Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 9

02/11/1932

woensdag 2 november 1932

Helaas! Ik ben met zooveel werk overladen, dat het mij schier onmogelijk is geweest mijn dagboek bij te houden. Helaas, want er is sinds 31 januari zóóveel gebeurd, waarvan ik graag aanteekening zou hebben gehouden. Maar als ik mijn agenda van dit jaar nog even doorblader, dan zie ik bijna elken dag een of meer vergaderingen, hetzij als Rijksbemiddelaar, hetzij als voorzitter van het Centraal College voor Medisch Tuchtrecht, hetzij als voorzitter van de Vereeniging voor Onvolwaardige Arbeidskrachten, hetzij voor allerlei commissies, voor den partijraad en zijn voorbereiding, voor de kamerfractie, voor de Centrale Commissie voor de Statistiek, voor de Commissie voor de Exportcredieten, enz., enz., enz. En daarbij dan de kamerzittingen, een maand in Genève voor de Internationale Arbeidsconferentie, allerlei besprekingen met ministers, vooral Ruijs en Verschuur. Voor groote wetsontwerpen was ik bijna steeds voorzitter van de commissie van voorbereiding, enz. enz.

            Laat ik alleen enkele data noteeren.

4 januari half elf bespreking met Kuijpers over Maasbode en Centrum.

Dinsdag 5 januari 11.24 naar Haarlem. Waarvoor?

Woensdag 6 januari half vijf vergadering steunsyndikaat van Futura.

Donderdag 7 januari half vijf vergadering Rijksbemiddelaars.

Vrijdag 8 januari 11 uur vergadering Utrecht over Centrum.

Zaterdag 9 januari half twee vergadering A.V.O.

Dinsdag 12 januari 2.45 bij mgr. Aengenent te Haarlem en 3.15 bij Spaarnestad.

Donderdag 14 januari twee uur: bij minister van Finantiën.

Vrijdag 15 januari bespreking met mr. Goseling over partijraad half twaalf.

Maandag 18 januari elf uur te Amsterdam vergadering Commissie Exportcredieten.

Dinsdag 19 januari vergadering te Utrecht over Centrum.

Woensdag 20 januari twee uur met directeur Zuiderzeewerken.

Dinsdag 26 januari tien uur conferentie Conflict Org.

Donderdag 28 januari negen tot één en twee tot vijf bespreking op partijbureau. Zeven uur: bij Bongaerts.

Vrijdag 29 januari vier uur vergadering steunsyndikaat.

Zaterdag 30 januari te ’s-Bosch vergadering Katholieke Illustratie.

Dinsdag 2 februari drie uur bespreking op Binnenlandsche Zaken

Woensdag 3 februari twee uur te Haarlem bij Spaarnestad.

Maandag 8 februari van zeven tot elf bij Monseigneur.

Dinsdag 9 februari Tweede Kamer half twaalf Kamerclub.

Donderdag 11 februari twee uur bespreking met Tiebaxs.

Zaterdag 13 februari vergadering te Roosendaal van De Grondwet.

Maandag 15 februari acht uur: arbitragecommissie Bonda contra Van der Poel.

Dinsdag 16 februari half twaalf Kamerclub.

Donderdag 18 februari half twaalf Kamerclub.

Vrijdag 19 februari kwart voor één Kamerclub. Half twee commissie van rapporteurs wetsontwerp 178.

Zaterdag 20 februari drie uur ’s-Bosch vergadering Katholieke Illustratie.

Dinsdag 23 februari half twaalf Kamerclub.

Woensdag 24 februari tien uur conferentie met wethouders Hengelo.

Donderdag 25 februari elf uur commissie staatsuitgaven.

Vrijdag 26 februari elf uur te Amsterdam Commissie Exportkrediet. Twee uur te ’s-Hage commissarissen Het Centrum.

Maandag 29 februari half twaalf bespreking op Binnenlandsche Zaken.

Woensdag 2 maart één uur bespreking met Van der Lande.

Donderdag 10 maart elf uur commissie bedrijfsraden Hooge Raad van Arbeid.

Zaterdag 12 maart half twaalf bestuursvergadering A.V.O.

Maandag 14 maart half drie bespreking aan departement van Arbeid over a.s. conferentie te Genève.

Donderdag 17 maart half zeven bij mgr. Aengenent te Haarlem.

Vrijdag 18 maart elf uur afdeelingen, twee uur conflict te Nijmegen in gebouw Tweede Kamer, half acht Centraal Medisch Tuchtcollege.

Maandag 21 maart twee uur vergadering Hooge Raad van Arbeid.

Dinsdag 22 maart drie uur bespreking met partijbestuur over a.s. partijraad.

Woensdag 23 maart elf uur Rijksbemiddelaars.

Donderdag 24 maart elf uur commissie bedrijfsorganisatie.

Maandag 28 maart Tweede Paaschdag naar Schiebroek  voor aannemen Liesje Bielders.

Woensdag 30 maart twee uur Commissie Drinkwatervoorziening.

Donderdag 31 maart twee uur departement van Arbeid. Conflict.

Vrijdag 1 april half drie vergadering commissie Futura. Vijf uur vergadering Katholieke Illustratie.

Zaterdag 2 april 9.43 naar Amersfoort voor vergadering Staatspartij. Daar vernam ik, dat mijn oude vriend Van Vuuren ’s morgens overleden was.

Donderdag 7 april 8.15 uitvaart Van Vuuren.

Vrijdag 8 april vertrek 7.24 met de Edelweiss naar Genève, waar ik ’s avonds twaalf uur aankwam.

Zaterdag 9 en zondag 10 april gebruikte ik om me daar wat te oriënteeren. Het was een treurig gevoel, dat ik ook daar weer Nolens kwam opvolgen, nu als eerste regeeringsgedelegeerde op de Internationale Arbeidsconferentie. Ik logeerde in Hotel Richemond. Ik had de kamers 110 en 111, vlak naast die van prof. Mahaim te Leuven. Ik ontmoette in ’t hôtel ook weer mijn ouden vriend Justin Godart met zijn vrouw.

Maandag 11 april kwamen mijn medegedelegeerden aan: mr. Joekes en mejuffrouw mr. Stemberg. 

Dinsdag 12 april om elf uur werd de conferentie geopend. Ik werd door Thomas verzocht om terstond na de opening het woord te vragen om dr. Nolens te herdenken.

Woensdag 13 april begonnen de commissievergaderingen. ’s Namiddags kreeg ik bezoek van mr. Van Lanschot.

Donderdag 14 april ontmoette ik op straat mevrouw Van Steenberghe, die me bij kouden wind op den hoek van een straat aanhield. Helaas vergat ik de waarschuwing van een oude dame: Ici tous les chemins mènent au rhume! En – de volgende dagen moest ik met hevige diarrhee mijn kamer houden.

Woensdag 20 april was ik weer zoover hersteld, dat ik aan het diner in de Cercle Catholique om half negen ’s avonds kon deelnemen. Ik had tot tafeldame Madame Liebeskind, de vrouw van een professor, met wien ik na ’t diner ook kennis maakte. Om twaalf uur brachten ze me in hun auto naar ’t hôtel.

Vrijdag 22 april gaf de president der conferentie, een Canadees die geen woord Fransch verstond, een schitterende thee, die helaas in een stortbui eindigde.  ’s Avonds gaf ik in Restaurant Crocodile een bieravond aan alle Nederlanders die ter conferentie waren. We bleven tot twaalf uur bijeen. De stemming, ook tusschen werkgevers en arbeiders, was allergezelligst.

Zaterdag 23 april hield ik in de plenumvergadering mijn eerste groote rede bij de behandeling van ’t rapport van den directeur. Ze sloeg nogal in, wat me erg meeviel. Dien dag was Piet jarig. Hij had ’s morgens al een brief van me ontvangen. Maar ’s avonds belde ik hem op. Ze waren zoo verbaasd me eensklaps te hooren spreken, dat ze niet veel anders zeiden dan: wat leuk, hoe duidelijk! Maar ’t was toch wel gezellig er dien avond toch even bij te zijn geweest.

Dinsdag 26 april was ik op een lunch bij den onderdirecteur Butler.

Woensdag 27 april in Hôtel Metropole als gast van de Deensche, Finsche en Noorweegsche afgevaardigden.

Donderdag 28 april weer een lunch bij Albert Thomas, bij wien ik eenige dagen tevoren ook al geluncht had.

Vrijdag één uur weer een lunch  bij de Japaneezen. Den Japanschen gezant, die zeer bevriend was geweest met dr. Nolens, had ik een bidprentje van hem meegebracht. Ik zit er nu mee, dat ik het volgend jaar al die heeren zal moeten terugvragen.

Zondagmorgen 1 mei vertrokken mejuffrouw Stemberg en mr. Joekes. Ik vroeg mejuffrouw Hage op de lunch. ’s Avonds had ik prof. Liebeskind en zijn vrouw te dineeren gevraagd. Ik had geen antwoord gekregen en op de telefoon kreeg ik ook geen antwoord. Thuisgekomen ontving ik van hen een briefje, waarin ze meedeelden, dat ze een paar dagen op reis waren geweest. ’t Speet me. ’t Waren echt gezellige menschen.

Maandag 2 mei vertrok ik om 11.08 naar Basel, waar ik logeerde en

dinsdag 3 mei vertrok ik weer om 9.32 met de Edelweiss naar ’t Haagje, waar ik om 8.09 arriveerde.

Welk een weerzien! Zoo lang was ik nog nooit van huis geweest. Wel had ik elken dag geschreven en bijna elken dag ook een of meer brieven van huis ontvangen, maar ik was toch blij weer thuis te zijn. Lies was aan ’t station om me af te halen. Gelukkig waren nu allen gezond geweest tijdens mijn afwezigheid.

Ik vergat nog één ding, dat een zware schaduw op mijn reis heeft geworpen. Daags voor ik vertrok, kwam prof. Piet Groenen me spreken. Hij deelde me mee, dat Piet met een protestantsch meisje liep. Dat had ik nooit van hem gedacht. ’s Middags ging ik naar zijn kamer en onderhield hem daar zeer ernstig over. Hij zei: ik heb ’t haar gezegd, dat er nooit iets van kon komen, dat weet ze dus. ‘Maar als je ’t noodig vond dat te zeggen, dan wàs er toch al meer dan een beetje vriendschap?’ Het slot was, dat hij me plechtig beloofde haar ons gesprek mee te deelen en haar dan verder niet meer te zien. Maar ik ging met ’n bezorgd hart naar Genève! Zooals verder zal blijken, is dit alles gelukkig goed terecht gekomen.

En nu begint aanstonds ’t vergaderleven weer opnieuw: donderdag 12 mei drie uur vergadering van de gemengde commissie voor de stenografie.

            De nalatenschap van dr. Nolens was half mei in zoover afgewikkeld, dat we wisten, dat er een tekort was van ruim f 1250.–. Volgens afspraak  hebben Bongaerts en ik het ieder voor de helft betaald. Dit mochten we voor onzen grooten vriend wel over hebben.

Woensdag 18 mei om twee uur weer de behandeling als Rijksbemiddelaar van een conflict.

Donderdag 19 mei elf uur vergadering van de commissie voor de staatsuitgaven en om vier uur van het bestuur van de Centrale Commissie voor de Statistiek.

Vrijdag 20 mei om half twee een bespreking met Van Lanschot over de verwerping van de Pachtwet en om drie uur met L.A.F. Prins over moeilijkheden met de afdeeling Landbouw.

Zaterdag 21 mei tien uur vergadering van de Centrale Commissie voor de Statistiek en om vier uur een bespreking met Snoeck Henkemans.

Maandag 23 mei half tien een bespreking met De Spaarnestad in ’t gebouw der Tweede Kamer.

Dinsdag 24 mei bespreking met Goseling en Teulings over ’t concept-partijprogram. Duurde van drie tot zes uur.

Donderdag 26 mei kwam Dobbelman me over de Pachtwet spreken. Hij heeft er tegen gestemd en vreesde nu als Eerste Kamer-lid niet herkozen te zullen worden.

Vrijdag 27 mei om tien uur op ’t kantongerecht de successie-eed afgelegd voor boedel dr. Nolens.

Vrijdagavond om acht uur partijraad te Nijmegen. Duurde tot half één ’s nachts! 

Zaterdag 28 mei om tien uur voortzetting van partijraad, welke omtrent vier uur afgeloopen was. Ik vertrok toen 17.54 naar Heerlen om daar een paar dagen uit te rusten.

Maandag 30 mei vertrok ik weer met de eerste trein om te elf uur te Utrecht een vergadering van ’t Centrum bij te wonen.

Woensdag 1 juni, donderdag 2 juni en vrijdag 3 juni elken middag in ’t gebouw der Tweede Kamer behandeling als Rijksbemiddelaar van een arbeidsconflict.

Zaterdag 4 juni om drie uur jaarvergadering van de Amsterdamsche Tegelmaatschappij.

Maandag 6 juni om half twaalf begrafenis van mevrouw de Vries en om half drie naar Voorburg om met mijn heerbroer te spreken over zijn ontslagneming als pastoor.

Dinsdag 7 juni vergaderde om elf uur ’t bestuur van de katholieke Kamerclub (gebeurde onder Nolens nooit!) en ’s middags één uur bespreking met bestuur R.K. Middenstandsbond over het rapport en van twee tot zes uur met mr. Welter, die me kwam inlichten over ’t weldra uit te brengen bezuinigingsrapport.

Donderdag 9 juni twee uur bespreking met den heer Berkhout, die zijn geheele vermogen verloren heeft. 

Vrijdag 10 juni om één uur conferentie met de ministers van Defensie en Koloniën over het bouwen van den kruiser.

Zaterdag 11 juni was de jaarvergadering van de A.V.O. Wegens een keelaandoening mocht ik haar niet presideeren. Ik bleef toen weg en nam meteen mijn ontslag als voorzitter. ’t Was al voor de derde keer. Thans is ’t me eindelijk gelukt! Dat is dus alvast één vergadering per maand minder.

Zondag 12 juni overleed mijn oude vriend mr. Heemskerk. Hij was altijd bijzonder goed voor mij.

Dinsdag 14 juni tien uur commissievergadering Drinkwatervoorziening (plan West Nederland).

Donderdag half één begrafenis Heemskerk en om half drie een conflict te Amsterdam in de Tweede Kamer behandeld.

Vrijdag tien uur Kamerclub. (De vergaderingen elke week om elf uur op woensdag teekende ik niet aan).

Zaterdag 18 juni commissarissenvergadering Centrum te Utrecht.

donderdag 23 juni Commissie Staatsuitgaven en om twee uur conflict timmerlieden.

Zaterdag 25 juni om half twee jaarvergadering Coudewater.

Maandag 27 juni kwam mgr. Aengenent om vier uur bij ons, nog om mijn verjaardag te vieren (27 maart!). Hij bleef tot half elf. ’t Was weer echt gezellig!

Woensdag 29 en donderdag 30 juni weer telkens om twee uur een conflict. Daarna een conferentie over den tuinbouw (onder anderen met Colijn).

uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932)