vorige (1-7-1921) | | volgende (15-7-1921) | kalender |
dagboekcahier 8 03/07/1921 zondag 3 juli 1921 Gisteren een ministerraad minus Pop en De Vries. Dus van ’t blijvend gedeelte. Ruijs deelde mede, dat Trip voor Finantiën absoluut bedankt had. Hij wilde nu De Geer vragen, waarvan verluidt, dat hij wel wil. Hij had een nota van Finantiën, waaruit bleek, dat de ontwerp-begrooting voor 1922 sloot met een ongedekt tekort van 106 millioen! ’n Troosteloos uitzicht. Er moest dus op alles bezuinigd worden. Alle wetsontwerpen die geld kosten, moesten onafgedaan blijven liggen, nieuwe niet ingediend. Alle nieuwe posten geschrapt. Enz. Ik merkte op, dat dit de gewone methode van Finantiën was: snijden met ’n bot mes. Men moest iedere zaak op zichzelf bezien. Zoo bijvoorbeeld ’t ontwerp gezondheidsdiensten. Zou zeven ton kosten. Maar ’t kost thans minstens evenveel, alleen … met ’n slechte organisatie! Zoo was er meer. Ik was echter bereid, om na te gaan, wat ik kon doen en vooral: nalaten of verminderen. Maar ik stelde deze uitdrukkelijke voorwaarde: alles moest aan de rechterzijde worden meegedeeld en door hen vooraf goedgekeurd: anders was ik niet bereid om verder aan te blijven. Dit was sommigen minder naar den zin, maar de meerderheid was ’t met me eens. Ik ben van plan om eens een nota over den finantieelen toestand te schrijven en speciaal over de toekomst van mijn departement. Gaan ze niet met me mee, dan doe ik niet mee, dat staat bij me vast. Vanmiddag ga ik naar Groningen, waar morgen en dinsdag de Maatschappij voor Geneeskunde vergadert. Ik heb voor den aftredenden voorzitter, dr. Sikkel, een Leeuw losgekregen, die ik hem morgen in de openingsvergadering zal overhandigen. Woensdagmiddag kom ik weer terug. Ik ben dan weer frisch om een nota over de finantiën samen te stellen. |
uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923) |