vorige (27-10-1912) | | volgende (10-11-1912) | kalender |
dagboekcahier 5 03/11/1912 zondag 3 november 1912 [Nog steeds geen Jantje!… ’t Begint nu penibel te worden! Niet, dat ik me ongerust maak: ze zijn allemaal een paar weken later gekomen dan we gedacht hadden,][13] – maar morgen moet ik naar Utrecht: vergadering Centrale Raad voor de Katholieke Sociale Actie. Zal ik kunnen gaan? ’t Is een hoogst belangrijke vergadering. We staan met de Katholieke Sociale Actie op een keerpunt. ’t Geld is op – en we moeten veel meer gaan doen. Twee gewichtige punten! Zeven jaar heb ik ’t nu volgehouden, niettegenstaande allerlei tegenwerking en onaangenaamheden. Door de statuten-wijziging heb ik dien strijd thans gewonnen. De baan is nu vrij voor de toekomst. Ik wil nu groote cursussen van vier weken gaan geven, een film-centrale oprichten ter bestrijding der slechte cinéma’s, een bureau voor persinformatiën enz. Maar zonder geld doen we niets. En ’t geld is op. In 1905 brachten we f 24.000,– bij elkaar. Daarmee zijn de oprichtingskosten betaald en de jaarlijksche tekorten gedicht. Maar thans is daarvan nog maar f 2000,– over! Bovendien wou ik ’t vroegere gebouw van Futura koopen. Futura heeft dit voor f 600,– per jaar gehuurd met recht van koop voor f 10.000,–. Indien ik daar nu f 7000,– hypotheek op kan krijgen, kunnen we ’t gebouw met f 3000,– betalen. Over al die plannen moet morgen gesproken worden. Als ik er nu niet zijn kan! … Overigens goed nieuws: prof. Aengenent deelde me mede dat de bisschoppen een oproep om geld willen ondersteunen. Dat is dus – ook afgezien van ’t geld – een enorme moreele steun voor ons werk. Ik weet niet, hoe dankbaar ik Onze Lieve Heer zijn moet dat Hij alles zóó ten beste heeft geleid! Hoe heeft men mij, ook bij de bisschoppen, beklad, als modernist en socialist afgeschilderd! En thans – dit openlijk bewijs van vertrouwen! In de Kamer nog steeds algemeene beschouwingen over de invaliditeitsverzekering. Je reinste obstructie. Duys hield een rede van negen uren! Talma’s antwoord was niet bijzonder goed. Hij kan ’t beter. [13] De passage tussen teksthaken is in het manuscript met potlood doorgehaald. |
uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915) |