Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

04/02/1922

zaterdag 4 februari 1922

Dinsdag ben ik, weer zoo goed als geheel hersteld, naar mijn departement gegaan. Ik was er nauwelijks of de directeur van ’t Kabinet der Koningin belde me op om te vragen of ik weer beter was, ik moest dan woensdag om half elf bij H.M. komen! Ik kwam er en ’t bleek, dat  H.M. me spreken wilde over woningbouw in Drenthe. Ze was daar geweest en had daarna een mevrouw Vicq bij zich gehad die ’n plan had voor zeer eenvoudige woningen die ± f 2000 zouden kosten. ‘Ik zal ze eens voor u teekenen.’ Ze nam een potlood en een groot vel papier en ging aan ’t teekenen. Eerst ’n plattegrondje, daarna ’n gevel. ‘Ja, ik ben geen teekenmeester, maar u krijgt er zoo toch wel ’n idee van!’ Ik kreeg ’t papier en zei dat ik er eens over zou praten met m’n ambtenaren.

            ’t Was ’n zeer gezellig onderhoud. Kwart over elven zei ze: ‘Ik zal u niet langer ophouden; ik heb gezien, dat u vandaag uw begrooting in de Tweede Kamer krijgt, u zult misschien nog wel wat moeten nazien. U moogt wel maken dat u goed beslagen ten ijs komt!’ Ik vroeg of ik haar teekening mee mocht nemen. ‘Gerust.’ Ze ligt hierbij.[18] ’n Merkwaardig document!

            Woensdag één uur begon mijn begrooting in de Tweede Kamer. De president begon met  een herdenking van paus Benediktus XV en ik sprak daarna namens de regeering. ’t Voornaamste punt dien dag was: de uitbreiding van [de] Arbeidsinspectie, de instelling van een elfde district (Leiden). Er was een amendement-Drion om dit tegen te gaan. Tot mijn verwondering won ik ’t met glans: 55-23 stemmen! Alleen de Vrijheidsbond en vijf man van rechts stemden vóór ’t amendement. Woede in de liberale bladen!

            Donderdag was ’t voornaamste punt de decentralisatie van de ongevallenverzekering. Ook hier had ik een onverhoopt succes: een motie-Oud c.s. om daar niet toe over te gaan, werd … ingetrokken! Ik had er reeds mee gerekend dat deze motie wel aangenomen zou worden!

            Vrijdag een lang debat over de volksgezondheid, vooral over de woningpolitiek. Liep goed. Er kwam tenslotte een motie-Abr. Staalman om de vleeschkeuringswet niet in te voeren. Ik bestreed deze motie krachtig. Stemming: dinsdag. Ik vrees dat ze aangenomen wordt. Wat dan? ’t Zou  misschien ’n mooi middel zijn om er mijn ontslag op te nemen. Maar de gevolgen?? Ik zal er nog eens met Nolens over praten.

            We kwamen vrijdag niet klaar; dus dinsdag weer verder. Dan komt ’t debat over de tuberculosebestrijding. Alles bij elkaar is ’t boven verwachting goed gegaan, tot nog toe. Maar nooit ho! roepen, voordat je over de brug bent, zeggen ze in Leiden.

[18] Ontbreekt in het manuscript.

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)