Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

04/03/1921

vrijdag 4 maart 1921

Een drukke week achter den rug, en een dito voor den boeg! In de Eerste Kamer de algemeene beschouwingen over de begrooting. ’t Is me meegevallen. De oppositie tegen de sociale wetgeving is er, maar nog tamelijk kalm. Dinsdag komt Ruijs aan ’t woord; hij zal antwoorden geheel in den geest van mijn memorie van antwoord op hoofdstuk X.A.

            En vandaag in de Tweede Kamer een wetsontwerp over ’n waterleiding in West Noord-Brabant. Ik had oppositie verwacht en me tamelijk goed voorbereid. ’t Is zonde van mijn tijd geweest: ’t wetsontwerp werd zonder debat en zonder hoofdelijke stemming aangenomen! Daarna kwam de technische herziening van de Ongevallenwet aan de orde. Een groot en zeer moeilijk wetsontwerp. Er zijn reeds twee reeksen van amendementen ingediend. Er komt nog een groote reeks bij, van Duys cum suis. Toch zal de behandeling vlot verloopen. De algemeene beschouwingen liepen reeds vandaag af.  Duys bracht warme hulde aan ’t ontwerp. Een streep aan den balk, zulke lof van een sociaal-democraat!

            Maandag is de eerste vergadering van de Katholieke Sociale Actie na de reorganisatie, die thans eindelijk door ’t Episcopaat is goedgekeurd. Al het achterbaksche gemier van Poels en Mutsaers heeft dus niets uitgehaald. Ik heb beloofd te komen, en een korte rede te houden. Dinsdag dan weer de Ongevallenwet in de Tweede Kamer, en … onderwijl de begrooting in de Eerste Kamer!

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)