vorige (28-8-1904) | | volgende (25-9-1904) | kalender |
dagboekcahier 5 04/09/1904 zondag 4 september 1904 Eenig officieel bericht van den R.K. Volksbond nog niet ontvangen. Mij werd echter meegedeeld dat Passtoors in een geheime vergadering mededeeling deed van een brief, welke mgr. Callier aan ’t Centraal Bestuur zou gezonden hebben. Hij deed dit echter op zoodanige wijze, dat niet goed te verstaan was, wàt nu de meening was van mgr. Callier en wàt die van ’t Centraal Bestuur. Blijkbaar wilde hij deze voorstelling wekken: dat mgr. Callier ’t Centraal Bestuur groot gelijk gegeven had en hun gezegd dat zij vijf voorwaarden moesten stellen aan het bestuur van de Katholieke Sociale Actie. Werden deze aangenomen, dan zou men zich kunnen aansluiten. Op mij maakte ’t echter dezen indruk: dat mgr. Callier ’t niet eens is met de houding van het Centraal Bestuur en het daarom geschreven heeft dat ’t zijn wensch was dat de R.K. Volksbond zou toetreden; hadden zij bezwaren, bijvoorbeeld dat 5 cts per jaar en per lid te veel was, dan moesten zij daarover maar eens met ’t bestuur van de Katholieke Sociale Actie praten: misschien zouden deze wel uit den weg te ruimen zijn. Zóó kon ik ’t me voorstellen – anders niet. We zullen maar kalm afwachten. Toen verleden jaar ’t misverstand met de bisschoppen ontstaan was, was ’t heel wat erger: dat zaakje met den Volksbond zal best terecht komen. Desnoods – indien monseigneur dat zou willen goedkeuren – zouden we in ’t bisdom Haarlem alleen plaatselijke comités van particulieren kunnen oprichten en de vereenigingen er buiten laten. Onderwijl ben ik met andere groote plannen bezig. Arnold Smits is mijn particulier secretaris, sinds mei. Reeds lang had ik er over gedacht, evenals Murri in Italië , ook hier een katholieke uitgevers-maatschappij op te richten. Dat voortdurend gezabbel met Cramer ben ik meer dan moe. Komt ’t eens tot een breuk, dan moet ik een uitgever in petto hebben. Nu heb ik er dit op gevonden. Ik ga zelf uitgeven, onder pseudoniem: ‘Uitgeversmaatschappij Futura, Arnold Smits, directeur’. De lui zullen wel snappen dat ik er achter zit, maar niemand kan ’t me bewijzen. Ik begin nu met Cathrein: Sozialismus , daarna met een beknopt leerboekje der sociale economie van mijn jongsten broer. Met januari wou ik echter een periodiek beginnen: ‘Sociale Brochures’, van 75 à 100 bladzijden elk. Prijs ½ cent per pagina, bij inteekening, anders ± ¾ cent. Het eerste jaar wou ik zes nummers geven: 1. (januari) Wat willen de katholieken op sociaal gebied, systematische bewerking van de redeneeringen van graaf Albert de Mun. Inleiding: mr. Aalberse, ± 60 bladzijden. 2. (maart) Het arbeidersvraagstuk, door mgr. Dankelman. Inleiding: kanunnik Lucas, ± 60 bladzijden. 3. (mei) Liberalisme en socialisme, naar Pesch. Inleiding dr. Nouwens, ± 60 bladzijden. 4. (juli) Kardinaal Manning, door J. Wien. Inleiding: Geurts, ± 100 bladzijden. 5. (september) Coöperatie, abbé Pottier. Inleiding mr. Aalberse, ± 75 bladzijden. 6. (november) Rijkdom en armoede door dr. E. Ratzinger. Inleiding: prof. Aengenent, ± 60 bladzijden. In ’t tweede jaar (1906) wou ik meer oorspronkelijk werk geven, bijvoorbeeld: 1. De middenstandsbeweging: dr. Nouwens, ± 75 bladzijden. 2. Eigendom en communisme, naar Ratzinger: Aengenent, ± 120 bladzijden. 3. Het alcoholisme, door dr. Ariëns, ± 75 bladzijden. 4. Bisschop von Ketteler, door baron van Wijnbergen, ± 75 bladzijden. 5. Het agrarisch vraagstuk, door Van der Marck, ± 75 bladzijden. 6. Vakorganisatie, door mr. Aalberse, ± 75 bladzijden. Indien dat degelijk bewerkt wordt, dan kan ’t wat goeds worden. De Heer geve er zijn zegen op! Deze week denk ik een circulaire te zenden aan de verschillende schrijvers om hun medewerking te vragen en verlof hun naam op ’t prospectus te noemen. |
uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915) |