vorige (1-4-1922) | | volgende (8-5-1922) | kalender |
dagboekcahier 8 05/04/1922 woensdag 5 april 1922 ’t Feest van prof. Aengenent is schitterend geweest. Zondagavond kwamen Lize en ik om tien uur in Warmond aan. De vóórfuif was al in vollen gang! ’t Was om twaalf toen we naar ‘Hôtel de Zon’ trokken. Maandag om half tien Hoogmis. Dat was zeer plechtig. Daarna breed ontbijt, receptie van de theologanten, die mooi spraken en zongen, en vervolgens van half twee tot vier uur algemeene receptie, waar velen kwamen, vooral corporaties. Om half vijf kwam mgr. Callier die een kort maar warm dankspeechje hield en hem benoemde tot ‘eerekanunnik’, het nieuwste surrogaat van ‘monseigneur’. Om half zes groot diner – 36 personen. Ik had het voorrecht de toast op zijn 81-jarige moeder te mogen houden. Daarna nog weer een musicale en declamatoire soirée bij de theologanten die mij na afloop een heftige ovatie brachten! Om elf uur vertrokken wij per auto naar Leiden en waren om twaalf uur thuis. ’t Is een prachtige dag geweest. ’t Deed me goed dat hij zoo van alle kanten blijken van warme sympathie ontving. Meer dan 200 telegrammen! Hij verdient het dubbel en dwars![24] De actie-Van Cranenburg komt nu tot haar einde. Vrijdag vergaderen de heeren weer om te besluiten afzonderlijke candidaten te stellen. Velen trekken zich nu terug en … donderdagavond komt er een openlijke afkeuring dezer actie door de gezamenlijke bisschoppen. Uit! Maandag is ’t eerste nummer verschenen van ’n nieuw periodiek van dr. E. Verviers. ’t Is zuiver liberaal-katholiek! ’t Loopt de spuigaten uit. Die man heeft alles wat hij is aan mij te danken. Ik haalde hem van zijn handelskantoor in Bergen op Zoom op ’t Centraal Bureau van de Katholieke Sociale Actie; daar studeerde hij economie en haalde de acte middelbaar, op mijn aanbeveling werd hij zonder examen toegelaten tot de Leuvensche Hoogeschool, waar hij in 1914 promoveerde. Ik hielp hem toen ’t Spaarfonds voor Bodemcultuur oprichten, dat door mijn optreden als voorzitter binnen enkele jaren over meer dan twee millioen beschikte. Thans neemt hij de leiding op zich van de actie tegen mij en de sociale politiek van ons kabinet! ’t Is fraai. Ik heb mijn ontslag genomen als voorzitter bestuurslid van ’t Spaarfonds voor Bodemcultuur. ’k Ben blij dat ik er nu af ben. Vandaag naar Leiden geweest voor de opening van de nieuwe ‘Lakenhal’, ’t gemeente-museum. Als wethouder was ik voorzitter der commissie waarvan ik daarna nog jarenlang lid bleef. ’t Is een prachtig gebouw! Veel oude Leidenaars teruggezien. Zaterdag tot dinsdag ga ik retraite houden in Manresa te Venlo. ’t Wordt tijd dat mijn zieleschip weer eens op de helling komt! In geen vier jaar woonde ik een retraite bij. Eenvoudig geen tijd voor! [24] De voorgaande alinea is in het manuscript met potlood doorgehaald. |
uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923) |