Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 10

05/08/1939

zaterdag 5 augustus 1939

’t Is alles anders geloopen. Na Van Schaik, die geen opdracht kreeg, werd De Geer weer bij H.M. geroepen. Gepubliceerd werd, dat hij nu niet als voorzitter van de christelijk-historische fractie, maar als minister van Staat geraadpleegd was. Maar hij ging onmiddellijk met verschillende personen praten. Blijkbaar stuurt hij aan op een ‘nationaal’ kabinet. Gisteren kreeg hij opdracht. En hij publiceerde deze rare mededeeling, die ’t bewaren wel waard is:  ‘Het kamervotum van donderdag 27 juli zie ik als een ernstigen misgreep. Maar ik heb mijn land te lief om hen, die dezen misgreep begingen, op te jagen naar een consequentie, die ik op dit oogenblik èn uit nationaal èn uit internationaal oogpunt in hooge mate bedenkelijk acht. Uit partijoogpunt of als politieke sport moge dit zijn charme hebben, het landsbelang eischt thans iets anders. Daarom heb ik mij bereid verklaard een kabinet te vormen van de breedst mogelijk samenstelling, althans een poging daartoe te doen.’

            Zoojuist meldt Piet Kasteel mij, dat de sociaal-democraten niet bereid zijn mee te doen. Wel wordt gezegd, dat Steenberghe en Welter in het kabinet-De Geer zullen treden. ’t Is kras, na dezen voorafgeganen uitbrander van den formateur!

            Ik heb me blijkbaar over een en ander te veel opgewonden. Sinds heden veertien dagen – dus juist tijdens den duur der kabinetscrisis! – ben ik onder doctor’s handen. ’t Begon met onmogelijkheid om te urineeren, vandaag voor veertien dagen. Daar mijn medicus met vacantie was, ging ik naar den uroloog dr. Croïn. Ook hij was afwezig en ik werd behandeld door zijn nog jongen assistent Van Asbeck. Nu is dr. Peeters weer terug en ook dr. Croïn. En nu  zijn de heeren ’t niet eens. Croïn wil opereeren, Peeters wil me naar Brussel hebben voor een bestraling met 500.000 volt. Wat moet ik nu doen?

            Met dat al voel ik me beroerd. Hoofdpijn en niettegenstaande dagelijkschen inspuitingen met Hombreol, toch nog vooral ’s morgens zeer moeilijke loozing. Dat drukt me neer.

            En nu is nogal vannacht om één uur negen minuten ons tweede princesje geboren! Om zeven uur werden we wakker van de kanonschoten. En een kwartier later hing de vlag al uit. Leve ons princesje!

uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941)