Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 12

07/09/1946

zaterdag 7 september 1946

Donderdag was ’t ’n mooie dag. Ik had een uitnoodiging ontvangen van de R.K. Werkgeversvereeniging om haar ‘congres’ (van één dag met drie inleidingen) in het Kurhaus bij te wonen. Door trampech kwam ik even te laat. De vergadering was al begonnen. Ik bleef dus achter in de zaal. Ik had zoo’n beetje ’t gevoel in die omgeving, dat ik daar stond als de tollenaar, rouwmoedig als oud-minister van Arbeid op mijn borst kloppend, ‘Heeren, weest mij armen zondaar genadig!’ Enfin, toch beter dan wanneer ik fier naar voren was geloopen, alsof ik zeggen wilde: ‘Heer, ik dank u, dat ik niet ben gelijk dezen.’ Er ware ook geen reden geweest in deze vergadering voor dit fariseesch gegrijns: met stijgende belangstelling hoorde ik de drie inleidingen, vooral die van den voorzitter mr. dr. Regout. Dat was nu waarlijk een onvervalscht katholiek sociaal geluid. Zelfs ging hij me op ’n enkel punt wat te ver! Ik voelde behoefte bij ’t debat ook ’t woord te vragen om mijn verheugenis, ja zelfs ontroering, uit te spreken over ’t gehoorde. Wat zijn we in de laatste tien, vijftien jaren vooruitgegaan! Wie had voor vijftien jaren verwacht, dat zulk een sociale redevoering door den voorzitter in een werkgeversvergadering ooit zou worden uitgesproken. Wat een storm van verontwaardiging zou er toen tegen zoo’n rooden voorzitter zijn losgebarsten! En nu: algemeen bleek men er hartelijk mee in te stemmen! Quadragesimo anno heeft wèl invloed gehad! 

            Gisterenmiddag kreeg ik bezoek van Max van Poll. Hij kwam me mijn meening vragen of hij de benoeming in de Commissie-Generaal voor Nederlandsch Indië zou aanvaarden. Steenberghe had bedankt, omdat hij niet samen met Schermerhorn in deze commissie van drie wilde zitten. Beel heeft toen Van Schaik gevraagd; Schermerhorn had er in toegestemd, dat deze als voorzitter der Tweede Kamer voorzitter van de Commissie zou worden. Maar … Van Schaik bedankte voor de eer. Toen was Van Poll aan bod. De fractie was ’t ermee eens, dat hij ’t aan zou nemen, mits Schermerhorn geen voorzitter zou worden. Maar deze bleef daarop staan, alleen voor Van Schaik wilde hij wijken, niet voor Van Poll.

            Wat een last hebben we van dezen – overigens voortreffelijken – man. Was ’t niet Burke die eens zei, dat men een héél groot patriot kon zijn en toch maar een heel klein staatsmannetje? Zoo staat ’t ook met Schermerhorn. Toen Beel formateur werd, eischte hij het medeformateurschap; Beel weigerde. Toen: de portefeuille van Buitenlandsche Zaken. Beel weigerde weer. Toen: minister zonder portefeuille. Beel weigerde nog eens: hij wilde hem als pas afgetreden minister-president terecht niet in zijn kabinet hebben. Hij bood hem echter aan: burgemeester van Amsterdam. Dat weigerde nu Schermerhorn: zoo gemakkelijk kwam men niet van hem af. Thans eischt hij ’t voorzitterschap van de Commissie-Generaal. Zijn partij staat achter hem. Geeft Beel niet toe, dan is dit de breuk, dus de crisis. Dit lijkt  akelig veel op politieke chantage. Met dat al zat Van Poll nu met het antwoord op de vraag: aannemen of niet? Inderdaad een moeilijke beslissing.

            Toch aarzelde ik thans niet meer in mijn advies: aannemen. Er staan tegenover elkaar te groote belangen. Eenerzijds: het houden van Nederlandsch Indië in het rijksverband. ’t Is nu duidelijk, dat Beel en Jonkman hieraan willen vasthouden en dat nu ook Schermerhorn daar in mee gaat, althans er zich bij neerlegt. Anderzijds het groote belang van de missie in Nederlandsch Indië. Daarvoor is ’t noodzakelijk, dat er een flink, goed op [de] hoogte zijnd katholiek deel uitmaakt van de Commissie-Generaal. Daartegenover ’t dreigement van de crisis. Ik geloof, dat dit meer is dan een dreigement tot afpersing van een bepaald besluit. De lieden van de Partij van den Arbeid zitten zelf ook in een dwangpositie. Voor Schermerhorn, wiens invloed in deze partij zeer groot is, is ’t een questie van prestige, vooral van ijdelheid. Komt deze crisis, dan wordt onze positie in Indië en ook in ’t buitenland nog veel moeilijker dan ze toch al reeds is.

            Vandaar mijn advies: aannemen. Blijkbaar was Van Poll met dit advies in zijn schik. Hij ging nu nog enkele bestuursleden van de Katholieke Volkspartij raadplegen, omdat Romme (die afwezig is, namelijk in Engeland) uitdrukkelijk verklaard had: als Schermerhorn voorzitter wordt, dan komt er geen katholiek in de Commissie-Generaal zitten. Hij moest zich dus dekken om daarvan af te wijken. Hij krijgt een moeilijke taak! 

uit: Dagboek XII (7 augustus 1946- [26 november 1947])