Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 2

11/04/1893

dinsdag 11 april 1893

Zooeven heb ik de copie van mijn tweede ‘Uit de boekenwereld’ naar Küppers gezonden. ’k Ben benieuwd of hij er nog aanmerkingen op zal maken!

            Gisterenmorgen ben ik Schmier eens op zijn kantoor wezen opzoeken om te gaan hooren hoe de finantieele afloop van ons feest is: ’t viel enorm mee! We hebben ± 1420 gulden ontvangen, de uitgaven bedragen nog geen 1400,– gulden. We zullen bij slot van rekening dus nog over houden! Hij zou maken, dat vóór zaterdag alles betaald was: dan konden we zaterdagavond bij hem aan huis vergadering ter rekening-en-verantwoording houden. Ik zal dus dan voor de tweede maal bij hem in huis komen? Wanneer zal het de derde maal zijn?? …

            Gisterenmiddag ben ik voor ’t eerst eens bij Kortman gaan bitteren: ik was hoofdzakelijk [gegaan] om eens te hooren hoe die vergadering van zondagavond waarbij ik niet had kunnen komen, was afgeloopen. Ze hadden echter maar geen vergadering gehouden, omdat ik er niet bij kon komen. Nogal aardig! We zullen het nu [p. 351] waarschijnlijk zondag a.s. doen. Moge het de eerste groote stap zijn tot het schoone doel: de oprichting van een katholieke studentenvereeniging.

            Van verschillende kanten heb ik kaartjes, briefkaarten en brieven gekregen over mijn eerste ‘Uit de boekenwereld’. Waarlijk, dat valt me mee: ’k had gedacht, dat ’t zoo goed als onopgemerkt zou gepasseerd zijn.

            En thans, ’t is de laatste avond van mijn vacantie, ik moet dus nog gauw aan ’t werk om me te praepareeren voor de colleges van morgen bij Verdam. We beginnen morgen namelijk met Maerlant’s Strophische gedichten.

            Met genoegen kan ik op deze vacantie terugzien. Vooreerst, ons uitstekend geslaagd pausfeest viel erin, vervolgens, ’k heb een aardige lap afgewerkt, vooral geschiedenis.

uit: Dagboek II (22 augustus 1892 tot 16 december 1893)