vorige (12-1-1921) | | volgende (15-1-1921) | kalender |
dagboekcahier 8 13/01/1921 [donderdag 13] januari 1921[4] Gisteren vergat ik nog dit op te teekenen: Dinsdagavond, na afloop van de conferentie met de rechterzijde, hield Ruijs ons nog even na. Afwezig was onder anderen de minister van Oorlog. Ruijs deelde mee, dat hij ’s morgens bij de koningin was geweest. Zij deelde hem mee, dat zij zich ernstig ongerust maakte over de paraatheid van het leger; de mobilisatie was haars inziens niet voldoende verzekerd. Ze verlangde van hem een volkomen betrouwbaar rapport daarover. Ruijs meende, dat de minister van Oorlog dit moest opstellen. Zij zei: ‘Neen, ik wil een betrouwbaar rapport en hem vertrouw ik niet!’ ’t Is wel heel kras en werd ’t hem overgebracht, dan zou hij onmiddellijk zijn ontslag moeten nemen. Maar dat kan niet. We krijgen eenvoudig geen ander, die ook door de Kamer geaccepteerd wordt. Wat dus te doen? Besloten werd, dat Ruijs hem slechts ten deele zou inlichten. Hij zou zeggen, dat de koningin een rapport van ’t kabinet wilde en dus ’t hem als voorzitter vroeg; dat hij nu met eenige hooge militairen wilde spreken, om de gegevens te krijgen; natuurlijk zou dit niet buiten hem omgaan, enz. Ik ben benieuwd of Pop dit slikt. Doet hij ’t, dan heeft hij heel wat minder ruggegraat dan ik hem toeschreef. Ik zou er feestelijk voor bedanken! Morgen ’n drukke dag. ’s Morgens een conferentie met ambtenaren over ’t werkloosheidsvraagstuk, ’s middags twee conferenties met burgemeesters, om vier uur bespreking bij Ruijs, met Van IJsselstein erbij, weer over de werkloosheid en ’s avonds acht uur weer een groote conferentie met de rechterzijde over ’t werkloosheidsvraagstuk en over ’t woningvraagstuk. Wel een beetje teveel voor één dag! [4] In het manuscript staat hier abusievelijk: ‘Woensdag 12’. |
uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923) |