vorige (9-3-1913) | | volgende (1-10-1913) | kalender |
dagboekcahier 5 13/09/1913 zaterdag 13 september 1913 ’t Is wel curieus, maar tevens toch begrijpelijk: hoe meer er op te teekenen valt, hoe minder ik het doe! Eenvoudig omdat ik er geen tijd voor heb. Wat heb ik ’t laatste half jaar niet afgewerkt, vergaderd, gesproken, geschreven … en hoeveel ware daarover hier op te teekenen geweest! Achteraf spijt mij dat natuurlijk gruwelijk, want van bijwerken komt toch niets. Trouwens juist de kleine, typische bijzonderheden ben ik nu toch al weer kwijt. En deze zijn juist ’t meest interessant om hier bewaard te worden. Ik zal trachten mijn leven, ook in dit opzicht, te beteren. Wat ligt er niet al tusschen 9 maart en 13 september! ’t Voornaamste is natuurlijk: de algemeene verkiezingen! Wat zijn ze onverwacht slecht uitgevallen. Wel dacht ik dat we een paar zetels zouden verliezen. Maar dat we voor zulk een débâcle zouden komen te staan, wie had dit kunnen denken! ’t Ging vooraf al niet vlot met de onderhandelingen tusschen de drie christelijke partijen. Je kreeg zoo den indruk, alsof Kuyper ’t op een mislukking aanlegde. Hij maakte het den Christelijk-Historischen zoo moeilijk mogelijk. Maar eindelijk, er kwam dan toch een akkoord tot stand, eigenlijk niet alleen door hem geschreven, doch vóórgeschreven! Bij de katholieke kiezers was veel animo. Er is, geloof ik, door ons nooit zoo hard gewerkt als dezen keer. Echter kan niet ontkend worden dat vooral de tariefwet en de staatspensioneering vele katholieke kiezers hun plicht hebben doen verzaken. Veel erger echter was ’t bij de Anti-Revolutionairen en Christelijk-Historischen, vooral bij de laatsten. Bij bossen zijn de kiezers hun ontrouw geworden. Daarop heeft zeker wel den meesten invloed gehad het anti-papisme. Fel en allerschandelijkst werd dit door de vrijzinnigen aangeblazen. In De Voorhoede heb ik de meest typeerende staaltjes bijeengegaard in een artikelen-reeks Tegen de Roomschen! En het einde was voor ons: een gruwelijke nederlaag. Van groote meerderheid kwamen we nu in de minderheid. Vooral de sociaal-democraten wonnen veel zetels; ze kwamen van zes op achttien, waarvan ze echter bij de naverkiezingen (Spiekman was driemaal gekozen) er weer twee verloren. Doch zestien sociaal-democraten op de 100 kamerleden, ’t is toch al welletjes! De katholieke partij kwam er verweg ’t best af. We verloren maar één zetel: Beverwijk! Die arme Passtoors heeft er ’t loodje bij gelegd. Na dezen uitslag kon ’t ministerie-Heemskerk niet meer aanblijven. Wie moesten echter opvolgen? Toen kwam ’t onverwachte: de koningin droeg aan dr. Bos op een ministerie te vormen uit de geheele linkerzijde: dus ook met sociaal-democraten erin. Zo bood hij aan de S.D.A.P. drie van de negen ministerportefeuilles aan. Dit is voor ons een gelukkig moment geweest. Zoowel de vrijzinnige concentratie als de S.D.A.P. is er aanzienlijk door verzwakt. In de S.D.A.P. hevige ruzie tusschen de voor- en tegenstanders van ’t minister-worden; Troelstra heen-en-weer-dobberend, eerst tegen, later voor. Tenslotte ’t congres te Zwolle, waarop Troelstra voor ’t eerst den nederlaag leed; met groote meerderheid werd besloten: geen minister-worden. Dit werkt weer terug op de niet-socialistische arbeiders, maar die toch op sociaal-democraten gestemd hebben. Ze durven niet! Zoo is de groote verkiezingsoverwinning onmiddellijk verkeerd in een moreele nederlaag. En voor de vrijzinnige concentratie staat de zaak waarlijk niet beter. Met behulp van ’t antipapisme heeft men van rechts stemmen op de vrijzinnigen en van de vrijzinnigen op de sociaal-democraten gekregen. Doch wanneer wij in de verkiezingsdagen zeiden: wint links, dan moet Troelstra minister worden, dan noemde men dat kiezersbedrog! En nu – 3 zetels aan de S.D.A.P. aangeboden! Hoe dit enkele feit op de groote menigte heeft ingewerkt, bewijst wel de dubbele nederlaag, die de sociaal-democraten terstond bij de naverkiezingen hebben geleden. Socialistische ministers … daar moet de burgerman nog niets van hebben! Het ministerie Bos-Troelstra kwam dus door de weigering van de S.D.A.P. niet tot stand. Wat toen? De vrijzinnige concentratie bedankte voor de eer om zonder soci’s een ministerie te vormen. Toen droeg de koningin aan staatsraad mr. Cort van der Linden op, een extra-parlementair ministerie te vormen. Het kwam er, maar is eenvoudig een verkapt concentratie-kabinet. Dinsdag krijgen we nu de opening van de Staten-Generaal. ’k Ben benieuwd naar de troonrede. Ik vermoed dat de heeren zeer gematigd zullen optreden, trachtend successievelijk van ’t linksche en het rechtsche walletje te eten. Mijns inziens moeten we ze maar een poos laten mieren en ze niet al te spoedig omkegelen. Na twee jaren kunnen we dan op kamerontbinding aansturen en dan staan we er niet kwaad voor. Wat mijzelf betreft, in Almelo ben ik weer met glans herkozen, zelfs met 600 stemmen méér dan voor vier jaren. Daar zit ik dus voorloopig nog veilig geborgen![22] [22] Hier zijn twee bladzijden en het grootste deel van de daarop volgende twee bladzijden uit het manuscript gesneden. Van de tussenliggende tekst resteert slechts dit fragment: ‘... zijn advocaat op te treden. Zoo is bijna mijn gansche [tijd?] wel met deze zaak gemoeid geweest. En dat terwijl ik zoo bitter weinig tijd heb! Tijdens...’. |
uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915) |