vorige (21-5-1893) | | volgende (29-6-1893) | kalender |
dagboekcahier 2 16/06/1893 vrijdag 16 juni 1893 Hemel, wat is het al lang geleden, dat ik wat heb opgeteekend. ’t Is ook zoo enorm druk geweest, zóó druk, dat het te druk is geworden en mijn oude kwaal, die nerveusiteit met haar hartkloppingen en slapeloosheid, weer is bovengekomen. ’k Neem nu weer pilletjes in, doch ’t is al weer ’n heeleboel beter. Ook voor mijn oogen ben ik weer bij den dokter; ’k heb weer last van mouches volantes; hij brandt er weer lekkertjes in! ’t Spijt me, dat ik mijn dagboek zoo verwaarloosd heb; ik had zoo veel op kunnen teekenen, bijvoorbeeld Phons’ verjaardag, waarop ik hem ‘Alberdingk Thijm door A.J.’ zond, mijn eerste visite bij Ruijs van Beerenbroek, ’n uitstekende kerel, met wien ik ’t wel goed zal kunnen vinden (jammer, dat hij niet wat gemakkelijker spreekt: voor ’n president is dat niet kwaad. Doch dat zal wel aanleeren!); de tweede vergadering onzer Leidsche katholieke [p. 370] studentenvereeniging, waarop we ’n geduchte vuurproef doorstaan moesten, omdat we de f 150,– aan pater Van Schijndel hadden toegestemd en waarop deze zijn openingsrede hield; ons officieel bezoek aan Katwijk (eigenlijk daardoor veroorzaakt, omdat pater Thijm me had laten vragen of ik hem niet eens te Katwijk kwam opzoeken), het verzoek van pater Thijm om een versje voor zijn Almanak, de ruzie met Küppers, mijn plannen voor de ‘Boekenwereld’: 1. Blok’s rede over de Jezuïeten, 2. Annegarn’s Weltgeschichte, achtste druk, 3. In memoriam: H. Taine; de verjaardag van vader Lunter, die eigenlijk pas den volgenden dag jarig was, wat nu pas voor ’t eerst is uitgekomen, etc. etc. Wat had ik niet al moeten opteekenen! Al die dingen nu nog ieder afzonderlijk te gaan bespreken zou te veel tijd vorderen. En, al is ook gisteren de vacantie begonnen, zóóveel kan er toch niet af. ’k Moet deze vacantie eens hard werken, hoofdzakelijk geschiedenis. [p. 371] |
uit: Dagboek II (22 augustus 1892 tot 16 december 1893) |