Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 10

19/05/1940

zondag 19 mei 1940

Wij zijn in stijgende ongerustheid over het lot van An en Frans en hun vier kinderen. Ze zijn uit Breda reeds 10 mei, ’s namiddags, geëvacueerd. We wisten er niets van, toen Guusje vrijdag een brief van haar ouders kreeg, die, vlak bij An wonende, ook geëvacueerd waren, maar reeds dinsdag weer terug waren. Ze waren in Zundert geweest. Vanmiddag kreeg ik een pater s.j. aan de telefoon, hij was ook geëvacueerd geweest naar Hoogstraten en ook dinsdag teruggekomen. Maar uit den brief van mevrouw Ingen Housz van donderdagavond blijkt, dat An en Frans toen nog niet terug waren. Ze hadden hen in Zundert ook niet gezien. Ik vrees, dat ze doorgegaan zijn naar België. Gisteren kwam hier nog de heer van Mierlo uit Breda, evenzeer geëvacueerd, hij kwam met ’n auto uit Zeeland. Daar zouden ze dus ook kunnen zijn. Ik belde nog op aanraden van mr. Kan den referendaris van Binnenlandsche Zaken op, Van Boven. Deze zei: de Nederlandsche legerleiding achtte geen evacuatie van Breda noodig, maar de Franschen eischten haar. Ze zouden naar België gedirigeerd moeten worden, maar de Belgische gezant vroeg dringend ze hier te houden. Hij had gehoord, dat alle geëvacueerden weer terug waren, maar achtte dit  zelf niet volkomen geruststellend, daar dit wellicht alleen sloeg op die uit Zundert en Hoogstraten. ’t Ellendige is, dat Breda noch per telefoon noch per telegraaf te bereiken is. En autoverkeer is ook niet toegestaan.

            ’t Is een afschuwelijke onzekerheid, waarin we verkeeren, temeer, omdat het thans in Zeeland, België en Frankrijk veel onveiliger is dan hier. Zeeland heeft nu gisteren ook gecapituleerd, nadat daar, vooral op Walcheren, verwoed gevochten is. België is al voor driekwart veroverd; Brussel gaf zich zonder strijd over, Antwerpen werd gisteren bezet. Zoo is ’t in ’t noorden van Frankrijk al evenmin veilig.

uit: Dagboek X (3 november 1932 tot 10 mei 1941)