Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

20/09/1921

dinsdag 20 september 1921

Vandaag de traditioneele opening der Staten-Generaal. Dus weer eens in gala. De laatste maal? Er deed zich een incident voor. Zoodra de koningin voor haar troon stond, riepen eenige dames: ‘Herman Groenendaal moet vrij!’ Herman Groenendaal is een dienstweigeraar. ’t Gaf meer bevreemding dan consternatie. Doodkalm las de koningin de troonrede voor. Ze vatte ’t leuk op. Toen ik haar vanmiddag op Scheveningen ontmoette bij de onthulling van ’t [ge]denkteeken aan de mobilisatie, zei ze mij aansprekende: ‘’t Was ’n beetje vreemd. Ik was bij die gelegenheid gewoon alleen aan ’t woord te zijn!’ Verder sprak ze over de rede van Cort van der Linden. Ik merkte op dat mij vooral de schoone sociale gedachten daarin ontwikkeld getroffen hadden, maar dat ’t wel moeilijk was ze in practische daden om te zetten. ‘Ja, daar kunt u van meespreken!’ Toen de koningin vertrok, zetten wij – we waren met acht ministers – ’t Wilhelmus in. De koningin draaide zich in haar auto naar ons om en keek ons guitig-verwonderd aan, alsof ze zeggen wou: dat heb ik nog nooit gezien: zingende ministers!  Zaterdag moet ik bij haar komen. Ik ben benieuwd of ze er nog iets van zal zeggen!

            Gisteren met Ruijs naar Nijmegen geweest. We hebben acht uren samen in ’t spoor gezeten en heel wat afgepraat. Ik geloof dat ’t goed geweest is.

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)