Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 5

20/10/1914

dinsdag 20 october 1914

Ik zie nu mijn laatste aanteekening. En eerst gisteren was ik bij pastoor Holierhoek. Resultaat: van Donatus is in de gegeven  omstandigheden niets te wachten. Maar … misschien wist hij een ander fonds waaruit hij ’t zou kunnen putten. Hij kon niets beloven, maar zou er met het bestuur over spreken. Als dat nu eens lukte! Gelukkig dat de accepten door de Nederlandsche Bank drie maanden verlengd zijn; ik heb dus wel even den tijd.

            We hebben een paar verschrikkelijke weken achter den rug: wij zagen de oorlogsellende dichtbij. Bij den val van Antwerpen kwamen er honderdduizenden vluchtelingen     naar ons land. Ik zag juist in Den Haag één der eerste treinen voorbijkomen. Welk een in-droevig gezicht! …

            Overigens gaat alles zijn kalme gangetje. Bij Futura marcheert de zaak nog. Hoewel met 1 october de Leidsche Courant naar haar eigen drukkerij ging, hebben we niemand ontslagen. We zijn bijna uitsluitend op ’t drukken van boeken aangewezen. Op zich zelf is dit niet zoo verkeerd, maar … het eischt veel meer  kapitaal in de zaak. Voorloopig hebben we nog. En als de [Katholieke Sociale] Actie de f 6000,– die we van Futura leenden kan teruggeven, zitten we zelfs ruim in ’t geld. Maar er wordt bitter weinig verkocht; de Voorhoede heeft niet ¼ van de gewoone advertenties. Vele opzeggingen van abonnementen op Voorhoede en [Katholiek] Sociaal Weekblad komen reeds in. Als de oorlogstoestand lang duurt, kan dat nog een groot bezwaar worden.

            Overigens valt de economische toestand wel mee. Door velen wordt veel geld verdiend, vooral door de boeren. En de werkloosheid neemt eer af dan toe. Ze is geringer dan in den wintertijd. Als wij nu maar buiten den oorlog kunnen blijven – en mijns inziens stijgen de goede kansen – dan staan we er zelfs mooi voor. Ik heb in De Voorhoede een artikel daarover geschreven dat door verschillende bladen is overgenomen. Vooral tegen ’t speculeren en ’t geld beleggen in buitenlandsche fondsen heb ik gefulmineerd.  Dat is ons zwakke punt. Als ’t Nederlandsche kapitaal eens aan den eigen handel en industrie ten goede kwam! Hoeveel nieuwe markten zijn er nu voor energieke kooplieden te veroveren! ’k Geloof dat ik fabrikant had moeten worden en dat ik dan spoedig een man in bonis zou zijn! Doch dat gaat niet meer.

uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915)