Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 4

20/11/1895

woensdag 20 november 1895

Veel valt er niet op te teekenen. Lize zie ik dikwijls tegenwoordig en ... och, ’k weet niet of dat eigenlijk wel goed is: dat gróóte onbestemde verlangen naar haar wordt steeds grooter! geen oogenblik [p. 907] schier is zij uit mij gedachte. Zoo schreef ik zondag ’n artikeltje voor ’t Centrum: heel droog: over de historische ontwikkeling van den grondslag haardsteden in het Personeel!! En toch ... toen ik daar zooiets schreef over die koesterende warmte van den huiselijken haard ... toen moest ik toch wel even ophouden, anders was mijn verdere redeneering faliekant uitgekomen ... Daar soes ik zoo dikwijls over ... een groote haard ... dan ’s avonds ... Lize links ervan, ik rechts ... en dan wat lezen, wat voorlezen, ... iets als verzen van Brom, iets heel fijns en héél hoogs ... o God, o God! als dát nog eens gebeurde!! ...

            ’k Breng ’s middags altijd ’t Centrum bij Willem ... Zou Lize nu misschien dat artikel lezen? ... Ze zal ’t wel erg droog en saai vinden! Wie weet of ze er geen lol in heeft, dat ik me vergist heb: ik schreef, dat die grondslag wel zou vervallen; maar juist is vanmiddag ’t amendement tot schrapping verworpen: ’t scheelde echter maar één stem: 49 tegen 48! Vandaag zegt de redactie zelf nog wat goeds over dat artikel van me. Zou Lize ’t lezen? ... [p. 908]

uit: Dagboek IV (20 april 1895 – 8 maart 1903)