Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 8

21/03/1921

maandag 21 maart 1921

De Eerste Kamer wordt al even kletsmeierig als haar Tweede dito! Nog steeds is mijn begrooting niet aan de orde gekomen. Vrijdag zijn de heeren op reces gegaan, juist toen mijn begrooting aan de orde kwam! Ik had zoo gehoopt er vóór Paschen àf te zijn. Nu komen ze derden Paaschdag – dus morgen over acht dagen – weer bijeen en dan krijg ik een beurt. Na mij komen dan nog Landbouw, Waterstaat en Binnenlandsche Zaken!

            Maandag 14 maart ben ik – officieel – in Den Bosch geweest, ter opening van een nieuwe brug, verbinding met een nieuw arbeiderskwartier, ter bezichtiging van ’t opspuiten van bouwgrond, van de noodschool, waarin sigarenmakers tot bouwvaklieden worden opgeleid en van beton- en andere woningen. Er waren veel menschen op den been, die niet juichten, maar wel eerbiedig groetten. Dat is voor ’t eerst, dat ik als minister ‘officieel’ uit was; ’n ietwat vreemde gewaarwording. Om 6.44 vertrokken, was ik er al om  half tien. Om één uur een groote lunch ten huize van den burgemeester Van Lanschot, die ik nog, als kleinere jongen, in Katwijk gekend heb! Om half vier vertrok ik weer. Helaas, mijn verkoudheid, die iets beter was, werd er weer erger op, en bovendien heb ik de geheele week het spit gehad!

            Dinsdagavond in de Tweede Kamer interpellatie over ’t huis van den Raad van Arbeid te Tiel. Ze is – boven mijn verwachting – goed afgeloopen.

            Woensdag kwam ’t wetsontwerp op de wettelijke bescherming van ’t verplegers- en verpleegstersdiploma aan de orde. Een rustig debat; twee amendementen werden met groote meerderheid verworpen. ’t Wetsontwerp werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

            Donderdag was de tweede lezing en eindstemming over de technische herziening van de Ongevallenwet: óók zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Verschillende leden kwamen me gelukwenschen.    Vrijdag heb ik een ontzaglijke berg stukken.[5]

[5] Hierna zijn twee bladzijden uit het manuscript gesneden.

uit: Dagboek VIII (4 december 1920 tot 5 april 1923)