Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 9

21/08/1924

donderdag 21 augustus 1924

Mijn verlof is vandaag om. ’k Heb er niet veel aan gehad. Alle dagen slecht weer en doordat ik in de stad bleef, werd ik telkens lastig gevallen, nu door dit, dan door dat. Den tweeden dag van mijn verlof had ik om twaalf uur al mijn vijfde telegram om ’n dringend onderhoud te vragen. Onderwijl heb ik ook de Finsche journalisten op mijn departement ontvangen, enkele malen per week kwamen er dringende nota’s van mijn departement. ’k Heb dikwijls gezegd: als ik gelijk de anderen in Zwitserland had gezeten, hadden jelui me toch ook wel met rust moeten laten! Dan kwam telkens Smits om over Futura en Het Centrum te praten, nog ’n conferentie in Utrecht met de redactie gehad, dan weer plotseling geld noodig, gelukkig dat pastoor van der Ven kon helpen. Alles bijeen: ’n paar onrustige weken heb ik gehad, die me weinig goed hebben gedaan. Ik voel me nog steeds nerveus, prikkelbaar, onrustig en angstig voor den finantieelen toestand van Het Centrum. Mijn vertrouwen in Smits is heen, hij zegt me de waarheid niet, ‘om me te sparen’, zegt hij, maar ’t is: omdat[7]

[7] Op deze plaats zijn zes bladzijden uit het manuscript gesneden.

uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932)