Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 9

22/05/1924

donderdag 22 mei 1924

Gisteren in de Kamer weer eens gevenividivicied! Een wijziging van de Merkenwet, waarover een zeer ongunstig voorloopig verslag was uitgebracht, ging er zonder debat en stemming door!

            Morgen krijg ik ’t subsidie voor de Lloyd. Daar zal wel meer oppositie tegen komen. De Rotterdamsche Kamer van Koophandel en de Vereeniging van R.K. Werkgevers hebben er geharnaste adressen tegen ingezonden. Ik hoop ’t krachtig te verdedigen; maar ’t zal ’n dubbeltje op z’n kant zijn! We zullen zien.

            ’k Zit tegenwoordig heelemaal in de scheepvaart! Vanmiddag weer ’n wetsontwerp vastgesteld over de Holland-Zuid-Afrika Lijn. Gisterenavond bij ’n groot diner geweest van de Baltic and White Sea Conference. Er waren 280 dames en heeren aan tafel. Ik moest een rede in ’t Engelsch houden. ’t Is nogal goed gegaan. ’t Diner was den gasten aangeboden door de reedersvereeniging. Morgenavond een contra-diner, door de Conference aangeboden. Ik moet weer ’n Engelsche speech houden! En dan overdag de Lloyd in de Kamer!!

            Onderwijl ga ik gebukt onder groote finantieele zorgen, zoowel van Futura en Het Centrum als voor mezelf. Er moet voor Futura, nu we geen bank meer achter ons hebben, een bedrijfskapitaal van ± 70 mille komen; vooral om Het Centrum te financieren. Ik heb al ’n dertig brieven geschreven om 6% obligaties à f 1000,– te plaatsen. Nog maar vier antwoorden: drie negatief, één van f 1000,–! ’n druppel in de zee. En als ’t niet spoedig gelukt, loopt ’t mis. ’t Zou zonde en jammer zijn, nu juist de zaken goed beginnen te gaan! Ik hoop dat Onze Lieve Heer uitkomst moge geven!

            Vanmiddag kwam men mij vertellen dat ’t Spaarfonds voor Bodemcultuur op springen stond! Op zich zelf is dat zeer onaangenaam voor mij, omdat ik ’t indertijd met Loeff opgericht heb en er na Loeff voorzitter van ben geweest (’n stichting). Maar ongeveer drie jaar geleden, toen ’t eerste nummer van Katholieke Staatkunde van Verviers (secretaris-directeur) verscheen, heb ik mijn ontslag genomen. De zaken stonden  toen nog goed, zelfs zeer goed. Maar door ’t optreden van Verviers en z’n schrijven tegen de bisschoppen is ’t vertrouwen verdwenen en worden alle deposito’s opgezegd.

            Zelf kom ik er ook door in moeilijkheden, daar ik er een krediet op onderpand heb van ± f 35.000,–. Als de zaak fout loopt, zal ik dat bedrag moeten aflossen. Maar waar het geld vandaan te halen?? ’t Is allerellendigst, dat dit nu er ook nog bij komt! Ik vrees, dat het vele werk, die zorg en voortdurende spanning mijn zenuwgestel zullen sloopen.  Mijn God, geef uitkomst!

uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932)