Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 9

22/10/1924

woensdag 22 october 1924

Alweer in een maand niets opgeteekend! ’t Is ook zoo druk met allerlei. Onderwijl heb ik tot januari toe voor elke week wel ± tien kolom copie voor ’t Katholiek Sociaal Weekblad geschreven! Ik zal nu maar enkele dingen chronologisch opteekenen.

25 september was ik zes jaar minister. Wat ’n tijd al! En toch, hoe is hij omgevlogen. Maar ’t waren campagnejaren, in de laatste jaren verzwaard door de voortdurende zorgen voor Futura en Het Centrum en voor mijn eigen  finantiën!

Op 3 october naar Leiden geweest, 350-jarige herdenking van ’t ontzet. ’t Openluchtspel was schitterend mooi, het ‘hutspot’-maal grandioos. We waren met ons vieren, Ruijs, Heemskerk, Van Dijk en ik. ’n Gezellige dag. ’t Leuke gezicht dat de koningin trok, toen ze ons zag zitten: ‘Zoo, zijn jullie d’er ook!’

            4 october werd Nel meerderjarig. Ze heeft nu haar diploma ‘sociologie’ van de Katholieke Sociale Academie gehaald, in Rotterdam economie gestudeerd; ze wacht nu op mijn aftreden als minister om als mijn secretaresse op te treden. Ze helpt me al flink bij de correctie van ’t Katholiek Sociaal Weekblad. ’t Is ’n beste meid, met veel schrijftalent.

            Donderdag 9 october kwam de Tweede Kamer weer bijeen. Ik was terstond aan bod met ’n wijziging Arbeidswet continubedrijf. Er was groote oppositie van de sociaal-democraten en van de anti-revolutionairen en christelijk-historischen. De laatsten, omdat ze – ten onrechte – meenden, dat er de zondagsarbeid mee gemoeid was. Dit was ’n misverstand. ’t Gold alleen maar de vraag: drie of vier ploegen; de zondagsarbeid is volgens ’n heel ander artikel geoorloofd. Er kwam  ’n amendement Snoeck Henkemans om het drieploegenstelsel maar voor drie jaar toe te staan. ’t Werd verworpen met 42–41 stemmen! Daarna werd ’t wetsontwerp met kleine meerderheid aangenomen. Doch toen kwam de anti-revolutionair Van der Molen [melden], dat hij ten onrechte onder de tegenstemmers van ’t amendement was geboekt! Dus hadden de stemmen eigenlijk gestaakt! De president zei: te laat: ’t wetsontwerp is al aangenomen. De volgende week komt ’t in de Eerste Kamer. Ik kan er dan nog wel last mee krijgen!

            Dinsdag 14 october is de behandeling van de Tariefwet begonnen. Ik zit er bij, maar Colijn verdedigt het. ’k Heb hem wat ik te zeggen had schriftelijk gegeven en hij heeft ’t precies zoo voorgelezen, toen hij eindelijk vanmiddag aan ’t woord kwam. Hij hield een uitstekende rede van bijna drie uur. Jammer, dat hij aan ’t slot wat te veel protectie verdedigde. Daar zal hij bij de repliek last van krijgen. Ik had er hem nog voor gewaarschuwd. De wet komt er door, rechts tegen links. Maar we zitten er nog wel twee weken mee vast; tientallen amendementen.

Vanmorgen in den ministerraad de salarissen der ambtenaren definitief vastgesteld. Morgen, uiterlijk vrijdag, worden ze gepubliceerd. ’t Zal de gehuwden ongetwijfeld meevallen. Wat niet zeggen wil, dat er geen felle agitatie zal worden gevoerd. Vandaag kondigde Schaper al een interpellatie aan! De katholieke kamerfractie is ook al bang voor de kiezers geworden. Ze heeft ’n deputatie bij Ruijs gezonden om aan te dringen op geen verdere verlaging. Wat zal ’t worden? We hebben eenparig besloten na de publicatie niets meer toe te geven. Wordt er een motie aangenomen, dan volgt kamerontbinding. Zoo zou ik nog eer aan ’t einde van mijn ambt komen dan ik gedacht had.

            Zaterdag ga ik naar Maastricht wegens 75-jarig bestaan der papierfabriek: ’n diner. ’k Breng twee ridderorden mee. ’k Ga bij Dumoulin logeeren, maar kan niet naar Heerlen gaan, omdat ik maandag weer terug moet zijn wegens Tariefwet en waarschijnlijk ook ’n andere wijziging van de Arbeidswet dinsdag in de Tweede Kamer. ’t Spijt me voor de Meulemannen, maar dan ga ik daar ’n veertien dagen later maar naar toe.  

uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932)