Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 5

23/10/1904

Zondag 23 october 1904

Dat is een drukke week achter den rug! Gisteren voor acht dagen, 15 october, vergadering te Utrecht tot stichting van een Bond van R.K. Kiesvereenigingen. Ik was er als afgevaardigde van Leiden. Eigenlijk houd ik mijn hart vast voor dezen bond. ’t Is toch eigenlijk een dwaasheid van een katholieke politieke partij te spreken. Zouden we ’t over één voornaam punt wel eens zijn? Ik vreesde dus dat die bond eigenlijk een oorzaak van verdeeldheid zou worden, temeer omdat in de concept-statuten werd voorgesteld dat de bond het program zou opstellen. Ik had voorgesteld te lezen: een kort program van actie en dit toegelicht als een ‘verkiezingsleus’. Amsterdam had er ook geweldig bezwaar tegen, doch gaf toe dat indien mijn voorstel werd aangenomen dat dan practisch veel van hun bezwaren waren ondervangen. Niettegenstaande de commissie van redactie, vooral Dion Koolen, mijn amendement krachtig bestreed, heb ik ’t er met overgroote meerderheid door gekregen. Evenzoo mijn voorstel dat een bestuurslid slechts ééns herkiesbaar is. Niet aangenomen werd  mijn voorstel om in de statuten te zetten dat er een algemeen secretariaat voor de katholieke politieke actie komen zou. Toen de commissie van redactie verklaarde dat ’t ook hun bedoeling was, maar zij ’t niet noodig vonden ’t uitdrukkelijk te vermelden, óók omdat men er dan dâlijk mee zou moeten beginnen, heb ik ’t maar even toegelicht en toen stemming gevraagd: ’t werd met groote meerderheid verworpen; waartoe zeker ook de opmerking bijdroeg door Koolen namens de commissie gemaakt: dat, wanneer mijn amendement werd aangenomen, de commissie zou voorstellen om de contributie der aangesloten kiesvereenigingen te brengen van f 5 op f 25,– !

            Met de Brabanders was er een treurig incident. Die heeren waren alleronhebbelijkst.’t Kon hun niets schelen, maar ze wouen geen spelbrekers zijn, daarom deden ze mee. Zij benoemden toch de katholieke afgevaardigden, wat wij van boven den Moerdijk scharrelden liet hun vrij koud. Maar als ze meededen, dan wilden zij twee stemmen voor iedere kiesvereeniging die een katholiek kamerlid  afvaardigt. Zoo zouden we weer de hegemonie van Brabant gekregen hebben, te erger, waar vooraf aangenomen was dat de katholieke afgevaardigden (van Eerste en Tweede Kamer) steeds op onze vergaderingen zouden worden uitgenoodigd om van advies en raad te dienen. Ook daardoor reeds krijgt Brabant, dat slechts Brabanders kiezen wil, een groot overwicht. Met alle stemmen, op die der Brabanders en … mr. Van der Aa na, werd hun voorstel verworpen. De heeren verlieten toen kalm de zaal omdat hun trein wegging. ’k Ben benieuwd, wat ze tenslotte doen zullen.

            Na afloop hebben we heel gezellig met een man of acht gegeten, onder anderen mr. Van der Aa, mr. Van den Bogaerdt, jhr. O. van Nispen tot Sevenaer, den ouden heer Koolen, mr. Thijssen, Ferd. Wierdels. Erg gezellig. Van Nispen en ik bleven tenslotte over omdat we den volgenden dag weer vergadering van ’t stichtingscomité voor de Katholieke Sociale Actie hadden.

            Dat is ’n minder aangename vergadering geweest. Mgr. Konings begon al aanstonds met een boom op te zetten,  dat de bisschoppen eigenlijk de Katholieke Sociale Actie nog niet hadden goedgekeurd! Systeem-Passtoors. Hij keek echter vreemd op, toen ik, leuk langs mijn neus weg, opmerkte dat we bij mgr. Callier geweest waren. Hij was toen aanstonds koest. Maar toen kwam Bolsius op de proppen. Voorgesteld was namelijk een concept-reglement voor een ‘vereeniging tot beheer van het stichtingsfonds van de Katholieke Sociale Actie’. Daar kwamen bergen van bezwaren en onze gansche vergadering is gevuld geweest met debatten over die paar artikelen: tenslotte werden ze alle bijna geheel ongewijzigd, aangenomen! Op stuk van zaken was ’t zoo laat geworden dat de andere punten (onder andere ’t schrijven van den Nederlandschen R.K. Volksbond) niet meer behandeld konden worden. Vandaag over acht dagen nu weer vergadering!

            Van Nispen en Ruijs de Beerenbrouck bleven nog eten, daarna zat ik alleen. ’t Kwam me goed uit, want den volgenden dag moest ik te Hilversum gaan spreken en ’k was nog lang niet klaar.

            Maandag ging ik eerst bij rector  Bult eten, daarna trokken we samen naar Hilversum, ik met ’n beetje benauwd gevoel: voor ’t eerst zou ik geheel improviseren: tot heden heb ik altijd ‘lezingen’ gehouden. Nu, ’t is me uitstekend bevallen. Alleen bemerkte ik dat ’t toch óók noodig is je goed te prepareeren. ’k Heb er verbazend succes gehad; toch heb ik héél eenvoudig, doodkalm, twee uur lang gesproken. Maar de lui luisterden zóó aandachtig dat ik er zelf schik in kreeg. De speech is gestenografeerd en zal als brochuurtje uitkomen.’k Ben benieuwd, hoe ’t stenogram eruit zal zien.

’s Avonds half twaalf gingen we weer naar Utrecht terug; dinsdagochtend vertrok ik naar Arnhem: woensdagochtend had ik daar voor ’t gerechtshof een pleidooi in een tiendrechtzaak: een heel interessante questie. ’k Hoop ’t voor ’t hof te winnen. ’t Is een tiendrecht in Borne, dus in ’t district Almelo!

            Woensdagmiddag was ik half zes weer thuis, doch moest half zeven weer naar Den Haag: rapporteervergadering van  de Arbeidswet! Om 12 uur was ik weer thuis en blij dat ik weer in mijn eigen bedje lag!

            Vrijdag was ’t feest: onze blikken bruiloft! Vandaag hebben we de fuif: de moeders, broers en zussen komen allen. Dat zal een gezellig pannetje worden. Nu, dat is ook wel een fuifje waard! Onze eerste periode afgelegd, met veel tegenspoed: mijn ziekte,  maar nòg meer voorspoed: mooie praktijk, uitstekenden compagnon gevonden in Barge, het KatholiekSociaal Weekblad steeds in kracht toenemend, spoedig raadslid, wethouder, thans Tweede Kamerlid, de Katholieke Sociale Actie gesticht, openlijke goedkeuring van de bisschoppen, ’t stichtingsfonds thans reeds f 15.000,– in tien weken! een goed inkomen van bijna f 6000, –, drie lieve kindertjes en boven alles: een engel tot vrouw, flink, doortastend, moedig, eenvoudig, echt-godsdienstig zonder kwezelarij, altijd vroolijk en meegaande en samen nog even verliefd als toen we pas geëngageerd waren! Ik heb vele redenen om den goeden God te danken, maar  de grootste en hoogste reden is: dat hij mij mijn Liesje heeft geschonken! Dat mocht ik op dezen huwelijks-herdenkingsdag nog wel eens dankbaar constateeren!

uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915)