Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 1

24/07/1892

24 juli 1892

Er is deze week zeer veel voorgevallen. Maandag ben ik naar Nuyens geweest en ’s middags kwam pater Ermann even over. Dinsdag zijn Lasance en Drenth bij mij geweest: vooral in Den Haag hebben we ons uitstekend geamuseerd. Woensdag ontving ik een brief van Jumbo senior en hij ‘verdomt’ ’t om verdere kennis aan te houden. Donderdag is Küppers over komen waaien: ik had mijn stuk: ‘Mannen’ terug ontvangen, omdat ’t nog niet geplaatst was. Hij zeide, dat dit kwam om dat citaat uit den Max, waarmee ’t aanvangt: hij keurde ’t sterk af om onkatholieke schrijvers te prijzen. Hoe min!! Echt onpartijdig! [p. 210]

Hij wilde echter ’t stuk toch wel graag hebben; hij vroeg daarom of ik dat citaat er niet uit kon werken, terwijl hij beloofde, dat ’t dan in de eerstvolgende aflevering zou opgenomen worden. Nu, ik heb hem zijn zin gegeven, maar ’k vind ’t toch verbazend kinderachtig! Gisteren, zaterdag, heb ik weer eens een langen brief aan Phons geschreven, na eerst Coebergh naar ’t spoor gebracht te hebben: hij gaat voor een veertien dagen uit de stad: ’k blijf dus nu alleen over!

            Nog twee dingen heb ik vergeten: dinsdag, met mijn gasten in Den Haag zijnde, heb ik, terwijl ze naar de sporttentoonstelling waren gegaan, mijn eerste bezoek bij pater Alberdingk Thijm afgelegd: een uiterst vereerende, maar ook hoogst aangename kennismaking.’k Vind hem een enorm vriendelijken man. Eergisteren, vrijdag, heb ik mijn Schaepman-sonnet aan Eygenraam persoonlijk gestuurd met een uitvoerigen brief: ’k ben benieuwd wat ik als antwoord zal krijgen. Dat ’t opgenomen zal worden, dat geloof ik niet: maar ’k ben juist benieuwd daarom op welken grond hij ’t zal weigeren! [p. 211]

uit: Dagboek I (15 september 1891 tot 16 augustus 1892)