Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 11

25/04/1945

woensdag 25 april 1945

We zijn verhuisd en al geheel op orde. Gelukkig is ’t mooi weer met veel zonneschijn, dus wat minder koud. ’t Is wel vreemd nu in Groenen’s huis zonder Piet! Nu is ook mr. Van Haaren, voorzitter van de Indische Missie Vereeniging, plotseling overleden. Dit is nu al ’t derde sterfgeval binnen twee maanden in dit bestuur: eerst Groenen, toen Koolen en nu mr. Van Haaren. ’t Maakt de boedelbereddering wel wat eenvoudiger. Feitelijk hebben we nu alleen maar met prof. Buffart te maken. Hij is nu, behalve penningmeester, ook waarnemend voorzitter van het Centraal Katholiek Koloniaal Bureau en waarnemend voorzitter van de Indische Missie Vereeniging, terwijl ik van beide waarnemend secretaris ben. Kapelaan Buis is nu ook wat gekalmeerd en wacht onze beslissing af.

            Met ’t offensief in oost en west blijft ’t snel vooruitgaan. De Russen hebben al een deel van Berlijn bezet. De Amerikanen zijn daar ook al. Driekwart van Duitschland is nu in Geallieerde handen. In ons land gaat ’t nu langzamer. Eerst werden Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland bevrijd. Maar in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht hebben de moffen de dijken laten springen, zoodat nu al ’t platteland onder water staat. Zelfs de Wieringermeerpolder hebben ze met zeewater vol laten loopen. In de groote steden zitten nu nog ± 80.000 Duitschers opgesloten. ’t Broodrantsoen is nu al tot 200 gram per week gedaald. Melk en vleesch is niet meer te krijgen. Dagelijks wordt in de H. Missen het gebed in tijden van hongersnood gebeden. Wie had gedacht ooit zooiets te beleven? 

uit: Dagboek XI (Begin november 1944 tot 7 augustus 1946)