vorige (20-9-1923) | | volgende (1-10-1923) | kalender |
dagboekcahier 9
25/09/1923 dinsdag 25 september 1923 Van zaterdag tot gisterenavond ben ik naar Heerlen geweest en verheugd teruggekomen. Piet stond al aan den trein om me af te halen en zag er veel beter uit. Wat was hij vroolijk! Zaterdagavond kwam dr. Hintzen uit Maastricht, hij heeft hem zondag zeer nauwkeurig onderzocht. Ook hij vond geen eiwit in de urine. De lichamelijke toestand was zeer goed, borst ruim, longen, hart alles goed in orde. Zijn conclusie was: geen questie van nierlijden; de jongen is eenvoudig te hard gegroeid, heeft teveel gezwommen en getennist en gecricket en onderwijl hard gestudeerd met ’t oog op ’t overgangsexamen. Voilà tout! Hij moet dus een week of zes een rustig, gezond leven [leiden][5], geen dieet, geen rustkuur, alleen: zich geestelijk noch lichamelijk vermoeien. Dan zal hij weer geheel beter zijn. Verstandig is ’t hem niet meer naar Katwijk te sturen, maar hem na Kerstmis op ’t nu opgerichte Roomsch-katholiek gymnasium te ’s-Gravenhage te doen. Hij kan dan kalm de eerste klas nog eens overmaken en is dan ’t volgend jaar flink en sterk, met goede kennis van het begin der vakken. Wel is hij dan ’n jaar later klaar, maar op zich is ’t ’n voordeel, dat hij niet zoo vroeg student is. In Katwijk zullen ze ’t wel naar vinden, maar in mijn hart juich ik erover: Piet weer thuis! Overigens heb ik me in Heerlen weer goed geamuseerd. Hintzen was goed op dreef met zijn geestig-langdradige verhalen. Piet genoot er ook van! Wat was die jongen vroolijk! Hij vindt ’t echt leuk om nog een maandje in Heerlen te mogen blijven. ’t Is typisch te zien hoe lollig de kinderlooze Lies Meuleman over hem moedert. Ze vond ’t heerlijk nou ook eens ’n zoon te hebben! Clemens is ook aardig voor hem, maar gelukkig veel strenger. Vanmorgen had ik Van Rijzewijk bij me. Hij zei, dat zeker tien katholieken tegen de Vlootwet zouden stemmen. ’t Zou dan 50-50 staan en dus van ’t puur toeval afhangen of we half october al of niet zullen aftreden! Voor mijn part zijn we er met goed fatsoen af!
[5] In het manuscript: ‘lijden’. |
uit: Dagboek IX (7 april 1923-2 november 1932) |