Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 2

26/01/1893

donderdag 26 januari 1893

’k Zou mijn dagboek onderhand geheel gaan vergeten! Er is ook zoo weinig tijd! En van dat weinigje tijd wordt nog zeer veel door andere dingen in beslag genomen! Vooreerst de verjaardag van mijn goede moeder, dan drie avonden boekverkooping bij Brill, gaan zien naar de opvoering van de Femmes savantes van Molière en Dickens Nelly, dan bezoek van Van den Braak, Nuyens, Bemmel Suyck en Van Rijckevorssel, die ieder een dag na elkander [p. 317] weer in de stad waren teruggekeerd. Allemaal dingen, die reeds de studie onderbreken!

            Eigenaardig, toen mijn moeder verjaarde, ben ik om haar een pleizier te doen eens niet ’s middags naar de colleges geweest: dat was toen de derde keer sinds ik student ben, dat ik niet op een college van prof. Fruin kwam!

            Van mijn broer ontving ik gisteren een uitvoerig epistel, een critiek bevattend op ‘Van wel en wee’. Zijn aan- en opmerkingen tot antwoorden op mijn zes vragen herleid, luiden ongeveer zoo:

1. Tendenz: ‘katholiek, rijke lui’, zeer goed. Te veel emotie op één dag. Teveel fotografie. Geen spanning.

2. …

3. ’t Best, ’t natuurlijkst is nummer 8: de huiselijke kinderscène: dat is de beschrijving van ons thuis, van vroeger: misschien daarom juist wat te burgerlijk gedacht voor ’t gezin van een deftigen advocaat. De kerkscène niet goed, daar hindert iets, wat? Dat herhaald stoelgestommel? Louises lang gemijmer? Die dorre schets van den preek? ’t Gesprek aan ’t strand is te lang, ’t slot [p. 318] zegt niets, quae forsitan laus! Dit geheele hoofdstuk kon best gemist worden.

4. Is Louise ’t ideaal van een huisvrouw? Zeker, heel vroom, heel goed voor de armen, maar te nerveus, ze houdt teveel van verzen, ze kent Duitsche dichters van buiten; bovendien, als ze zoo den ganschen morgen heeft zitten mijmeren, dat is toch zeker niet heel erg flink! Soms verschrikkelijk kinderachtig. Charles is te koel, in zijn troosten te kalm, telkens ’t zelfde zeggende. Zijn toorn bij ’t hooren van Suzes brief gemaakt. Vrouw Carstens praat te plat, Willem te veel.

5. Veel ‘drukfouten’. De opzet ‘En …’ niet fraai. Kinderen van Suze te rare namen. Dialoog veelal onbeduidend. Louise geeft den armen troost, dien ze zelf verwerpt. Ze laat zich tweemaal ’t woord ‘lam’ ontvallen.

6. Doe ’t niet. A quoi bon? Zeker, goede tendenz, maar geen spanning, niemand zal ’t lezen.

Later kom ik nog wel eens op al deze aanmerkingen terug. Nu aan ’t Gotisch! [p. 319]

uit: Dagboek II (22 augustus 1892 tot 16 december 1893)