Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 7

26/07/1920

maandag 26 juli 1920

De Eerste Kamer heeft alleen mijn suppletoire begrooting in afdeelingen behandeld. Maar mijn wetsontwerpen laten liggen! Dat is ook jammer. Nu wordt ’t eind september of begin october! ’t Is anders ’n drukke week geweest. Veel audiënties, hoofdzakelijk over de Arbeidswet. Dinsdagavond ben ik aan ’t diner van den Middenstandsbond geweest, waar ik ’n tafelrede hield. Woensdagmorgen woonde ik de vergadering bij waar ik ook uitgenoodigd werd ‘een woordje te zeggen’. Vandaag vergaderde weer de Hooge Raad van Arbeid. De heele lange agenda werd nu afgehandeld. Zoo zijn nu alle algemeene maatregelen voor de uitvoering der Arbeidswet, althans voor fabrieken en werkplaatsen, gereed.

            Vandaag werd onze kleine Lies negen jaar. Ze heeft veel weg van onze lieve Gukie. Zou er nog wel één dag geweest zijn, dat ik niet aan haar dacht?[20]

            Woensdag ga ik ’t R.K. Sanatorium voor Longlijders van Herwonnen Levenskracht openen. Ik heb het geheele benoodigde bedrag toegezegd en niemand in de Kamer heeft er bezwaar tegen gehad! Nu nog ’t R.K. Sanatorium in Limburg. Dat schiet ook al op.

Woensdag zijn in den ministerraad de ridderorden voor 31 augustus behandeld. Ik heb mgr. Van de Wetering en prof. De Groot er nog op gekregen. Zelf, voor mijn eigen departement, heb ik maar weinig voorstellen gedaan. Onder andere mijn oude vriend Verkuyl te Boxmeer als sociaal werkgever. Hij verdient het! Hij was altijd een trouw bezoeker der Sociale Weken.

[20] De voorgaande alinea is in het manuscript met potlood doorgehaald.

uit: Dagboek VII (12 november 1918 tot 20 november 1920)