Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 6

28/05/1916

zondag 28 mei 1916

De kogel is door de kerk! Ik word hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft. Vrijdagochtend kwam minister Cort van der Linden in de Kamer naar me toe en zei: ‘Ik heb met genoegen gezien dat u de benoeming wilt aannemen.’

‘Dus u heeft geen bezwaar tegen de voorwaarde van nog vier jaren in Leiden te mogen blijven wonen?’

‘O neen, ik acht de toezegging voldoende. Trouwens, als u eenigen tijd college hebt gegeven en er komt een voor u geschikt huis te Delft open, dan zult gij er toch wel heen trekken. Maar hoe dat zij, ik ben werkelijk erg blij dat u zich beschikbaar hebt willen stellen.’

            Zoo is de zaak dus in orde. Ik ben dàlijk even naar Delft gegaan om me een rooster van college-uren aan te schaffen. Ik zag daarop dat de colleges na Kerstmis zóó geregeld waren:

            woensdag        10-11 handelsrecht.

donderdag       11-12 mijnrecht

            vrijdag             9-10 staathuishoudkunde

                                   10-11 mijnrecht

            zaterdag           9-10 staathuishoudkunde

                                   11-12 arbeids- en fabriekswetgeving.

Wanneer ik ’t college handelsrecht van woensdag op donderdag kan zetten, ben ik dus met drie ochtenden gereed. Ik heb dan drie heele en drie halve dagen vrij! Wat een weelde van tijd! Tot nu toe iets ongekends voor mij! De kogel is dus door de kerk! De Kamer uit – hoogleeraar te Delft – ’t is wel een groote verandering in mijn leven! Zal ’t me bevallen? Ik heb er goeden moed op. Ik heb dit niet geambieerd. ’t Is me aangeboden en niet dan aarzelend heb ik ja gezegd, hoofdzakelijk, omdat ik meende dat ik niet weigeren mocht. Onze Lieve Heer zal me dus ook wel den noodigen steun geven om het ambt goed te vervullen.

            ’t Is een week vol emotie geweest. [Zondag laatstleden heeft Piet zich ernstig  aan zijn vinger verwond; hij bloeide hevig en we schrikten natuurlijk geweldig. Gelukkig is ’t meegevallen. Dienzelfden dag bleef Guusje te bed wegens keelpijn. Maandag had ze een paar roode vlekjes en jawel: de dokter constateerde roodvonk! ’t Is voor ’t eerst sinds ons trouwen dat we een officieele besmettelijke ziekte in huis hebben! Gelukkig gaat ’t ook haar goed en is ze vandaag al weer geheel koortsvrij. Laten we hopen dat de overige zeven ervan bevrijd blijven. De vier oudsten zijn onmiddellijk ’t huis uit gegaan naar de tantes. ’n Leuke mop, Piet zei vanmorgen: ‘Bij de tantes is ’t toch niet veel; ze hebben niet eens een telefoon, ze hebben geen electrisch licht en geen kinderen!’ Hij schijnt dat ook al als een weeldeartikel te beschouwen!][6]

[6] De passage tussen teksthaken is in het manuscript met potlood doorgehaald.

uit: Dagboek VI (5 november 1915 – 12 november 1918)