Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
G00199
26-7-1945
Samenvatting
Verslag 2e vergadering van de Raad van Economische Samenwerking.
Volgens Lamping is er sprake van een symbiose: voor Frankrijk betekent het een versterking van de positie t.o.v. Engeland en Amerika en anderzijds Rusland. Parijs kan aantonen dat de Benelux voor samenwerking met Frankrijk belangstelling tonen. Men is zich bewust dat dit alleen kan werken als het niet de neiging vertoont Nederland en België zijn wil op te leggen. Nederland neemt een vrij onafhankelijke positie in, waardoor Frankrijk zich meer op België richt. De Fransen zijn realistisch genoeg te begrijpen hoe de samenwerking met Engeland Nederland na aan het hart ligt. 'en hoezeer onze imperiale positie' een politiek van aansluiting bij de VS met zich meebrengt. Anderzijds kan de tripartite samenwerking de Nederlandse positie t.o.v. Engeland versterken, daar dit land nog weinig neiging vertoont tot regeling van de wederzijdse economische betrekkingen. 'Het kan geen kwaad dat Engeland merkt dat wij nog meer economische pijlen op onze boog hebben.'
Anderzijds komen er vanuit Nederland geluiden, die stellen dat Nederland zich zoveel mogelijk economisch op Engeland moet oriënteren en dat er van Frankrijk niets te verwachten valt en dat België poogt Nederland om de tuin te leiden. Daar worden meer verwachtingen gekoesterd t.a.v. de EECE