Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3b. De associatie van de EEG aan de andere Europese landen

Luns reageert op het rapport dat de EC aan de zes ministers van de EEG moest uitbrengen over een mogelijke multilaterale overeenkomst inzake de vrijhandelszone. Hij noemt het rapport uitermate terleurstellend. De meningen van de Zes zijn niet verwerkt in het rapport. Niet alleen Nederland, ook Duitsland en België hebben bezwaar tegen dit rapport. Klompé vindt dit uiterst zorgelijk en stelt voor de Nederlandse leden van het Europese parlement bijeen te roepen om bij te praten. Beel en Luns vinden dit te voorbarig. Zijlstra heeft de indruk dat hij de laatste tien dagen niet op de hoogte is gehouden van de ontwikkelingen mbt de vrijhandelszone. Er zou een plan-Snoy zijn geweest. Hij vraagt zich af of de EC wel het mandaat gegeven moet worden om over de associatie te onderhandelen. "Het vertrouwen in de Europese Commissie terzake is eigenlijk weg." Luns is het hiermee eens. Volgens Zijlstra is een creatieve benadering nodig tussen wat Nederland wilde en een volledige aansluiting van de overige OEES-landen aan de EEG. De vraag is dus of men de elf overige landen aan de Europese integratie kan laten meedoen.