L00083
16-8-1960
Actoren
Verslag
Samenvatting
Verslag van de bespreking tussen minister Luns en zijn Italiaanse ambtgenoot Segni op 16 augustus 1960 in Venetië.
Luns had in Venetië een ontmoeting met Segni. Eerst werd gesproken over de ontmoeting van De Gaulle en Adenauer te Rambouillet en van Adenauer en MacMillan te Bonn (verslag bijgevoegd). Vervolgens zette Straneo uiteen dat de grootste moeilijkheid voor Italië gelegen is in de dubbele positie die Frankrijk voor zich opeist: enerzijds wenst Frankrijk met Amerika en Engeland een triumviraat dat als directorium voor de behandeling van alle politieke en militaire vraagstukken zal optreden, anderzijds wenst De Gaulle een leidende rol te vervullen op politiek, militair, economisch en cultureel gebied in de groep van de Zes. Voor Italië, Duitsland en Benelux is dat weinig aantrekkelijk. Luns benadrukt het belang van regelmatig contact tussen Italië en de Benelux. Als dat niet gebeurt, zal Frankrijk de Franse inzichten kunnen doordrukken. Wat de politieke samenwerking betreft blijft Nederland voorstander van een geïntegreerde politiek van de West-Europese landen, maar dan wel op een wijze die de behartiging van de Nederlandse belangen waarborgt, namelijk op een supranationale wijze en niet op de Franse wijze. Verder zette Luns uiteen dat tegen de structuur van de samenwerking bij Nederland principiële bezwaren bestaan. Frankrijk wil een toporgaan van de zes ministers-president, maar in Nederland is de minister-president een primus inter pares, die geen eigen beleid kan voeren. Ook ziet Luns tal van praktische bezwaren. Luns heeft al eerder aan minister Couve de Murville gezegd dat als Franrkijk met politieke druk zou trachten Nederland te dwingen in een keruslijf waarin het niet thuis hoort, de bilaterale verhoudingen daaronder zullen lijden. Luns stelde voor een werkgroep tussen Italië en de Benelux op te richten om een gemeenschappelijk standpunt te formuleren t.a.v. de plannen van De Gaulle. Dit vond weerklank bij Italië. Op de vraag waarom Engeland geen standpunt in wil nemen, antwoordde Luns dat hij vermoedt dat dit samenhangt met het feit dat Engeland meer belang heeft bij een relatie met de VS dan met Europa.
Luns had in Venetië een ontmoeting met Segni. Eerst werd gesproken over de ontmoeting van De Gaulle en Adenauer te Rambouillet en van Adenauer en MacMillan te Bonn (verslag bijgevoegd). Vervolgens zette Straneo uiteen dat de grootste moeilijkheid voor Italië gelegen is in de dubbele positie die Frankrijk voor zich opeist: enerzijds wenst Frankrijk met Amerika en Engeland een triumviraat dat als directorium voor de behandeling van alle politieke en militaire vraagstukken zal optreden, anderzijds wenst De Gaulle een leidende rol te vervullen op politiek, militair, economisch en cultureel gebied in de groep van de Zes. Voor Italië, Duitsland en Benelux is dat weinig aantrekkelijk. Luns benadrukt het belang van regelmatig contact tussen Italië en de Benelux. Als dat niet gebeurt, zal Frankrijk de Franse inzichten kunnen doordrukken. Wat de politieke samenwerking betreft blijft Nederland voorstander van een geïntegreerde politiek van de West-Europese landen, maar dan wel op een wijze die de behartiging van de Nederlandse belangen waarborgt, namelijk op een supranationale wijze en niet op de Franse wijze. Verder zette Luns uiteen dat tegen de structuur van de samenwerking bij Nederland principiële bezwaren bestaan. Frankrijk wil een toporgaan van de zes ministers-president, maar in Nederland is de minister-president een primus inter pares, die geen eigen beleid kan voeren. Ook ziet Luns tal van praktische bezwaren. Luns heeft al eerder aan minister Couve de Murville gezegd dat als Franrkijk met politieke druk zou trachten Nederland te dwingen in een keruslijf waarin het niet thuis hoort, de bilaterale verhoudingen daaronder zullen lijden. Luns stelde voor een werkgroep tussen Italië en de Benelux op te richten om een gemeenschappelijk standpunt te formuleren t.a.v. de plannen van De Gaulle. Dit vond weerklank bij Italië. Op de vraag waarom Engeland geen standpunt in wil nemen, antwoordde Luns dat hij vermoedt dat dit samenhangt met het feit dat Engeland meer belang heeft bij een relatie met de VS dan met Europa.