Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
L00184
02-11-1964
Actoren
Nota
Samenvatting
De Block stuurt een nota inzake de Europese Politieke Samenwerking

Het streven dient gericht te zijn op de vestiging van een Europese eenheid in federatieve staatkundige vorm. Dat is geen doel op zichzelf, maar dient als een noodzakelijk middel om Europa in de wereld in staat te stellen de belangen van de eigen volkeren te behartigen. Dat betekent dat deelname aan de opbouw van een Verenigd Europa open dient te staan voor alle democratische Europese landen die daartoe bereid zijn. Het impliceert tevens dat voor de verwezenlijking daarvan naar een bovennationale ordening dient te worden gestreefd. Het EP dient naarmate de integratie voortschrijdt uitgebreidere bevoegdheden te krijgen. Een nauwe aaneensluiting van de Atlantische landen is ten slotte voorwaarde voor het waarborgen van veiligheid en vrijheid en voor het uitoefenen van een constructieve invloed op het wereldgebeuren. De nota gaat vervolgens in op twee aspecten:

1.) Het Europees buitenlands beleid: zolang de Europese staten nog als zelfstandige eenheden naast elkaar staan, kan er slechts sprake zijn van een afstemmen van het buitenlandse beleid. De ontwikkeling van een gemeenschappelijk buitenlands beleid veronderstelt het bestaan van een staatkundige eenheid met één regering en één parlement. Stappen die in deze richting gezet kunnen worden zijn: tweemaal per jaar een colloquim tussen de ministers van buitenlandse zaken en de plenaire vergadering van het EP. Deze stap is gebaseerd op de veronderstelling dat er in de toekomst rechtstreekse verkiezingen zullen gehouden worden.
2.) Het beleid in de bestaande Europese Gemeenschappen: de positie van het EP dient te worden versterkt door deze een grotere invloed te geven op het besluitvormingsproces. Verder verdient het aanbeveling dat in geval van problemen van algemeen belang de Raad te laten vergaderen met de reegeringsleiders.