Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3. De crisis in de EEG
(Brieven van De Block, 4-10-1965, nr. 159203, met bijlagen en van 21-10-1965, nr. 168603, met bijlagen)

3a.Algemeen
De Nederlandse ambassadeur heeft een gesprek gehad met De Gaulle. De Gaulle heeft gezegd alleen geïnteresseerd te zijn in een politieke oplossing van de crisis. Hij ziet de EEG alleen als een apparaat voor economische samenwerking en vindt dat het EEG-verdrag een goed handelsverdrag zal kunnen worden. Suurhoff verwoorde de doelstelling van De Gaulle als volgt: "men [heeft] lang kunnen geloven, dat het Franse standpunt voor 50% bluf was, maar spreker is hoe langer hoe meer tot de overtuiging gekomen, dat dit niet juist is. President De Gaulle weet precies wat hij wil en gaat als het ware als een slaapwandelaar verder. Er is geen sprake van, dat dit een Frans pokerspel is om de zin te krijgen op bepaalde punten van het landbouwbeleid. Het streven van de Franse regering is gericht op vernietiging van de EEG". Van belang is dan ook een eensgezind optreden van de Vijf. Helaas is binnen de Vijf geen overeenstemming over de te volgen koers. België wil aan de Fransen vragen op welke wijze zij het EEG-verdrag zouden willen wijzigen, terwijl Nederland juist wil vragen hoe de Franse regering dit verdrag denkt na te komen. Over de vraag hoe het nu verder moet is men binnen de REZ nog niet uit. Duidelijk is dat er wat moet gebeuren. Biesheuvel geeft aan met het landbouwbeleid compleet vast te lopen als de stagnatie voortduurt. De REZ komt uiteindelijk tot een achttal conclusies voor wat betreft de te volgen koers.

Vervolgens komen de volgende punten aan de orde: het memorandum van de EEG-commissie van 22 juli 1965 en de Duitse reactie daarop; de begrotingen van EEG en Euratom; de aanpassing aan het buitentarief.
Zie ook