Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2b. Europese integratie

Van Houten heeft begrepen dat De Gaulle tijdens de Frans-Duitse bijeenkomst te Rambouillet gezegd heeft de Europese samenwerking onvoldoende te vinden. De Gaulle wil naast economische, politieke samenwerking. Hij heeft weinig waardering voor de Europese Gemeenschappen te Brussel. De Gaulle wil een superstructuur met een secretariaat in Parijs onder een commissie van ministers-presidenten. Verder moeten er ministeriële commissies komen voor politieke, militaire, economische en culturele onderwerpen. Adenauer wilde een vergaande intergouvernementele samenwerking nog wel aanvaarden, maar wilde dit koppelen aan het slaan van een brug tussen de Zes en de Zeven. De Engelsen voelen hier veel voor. De verhouding tussen Adenauer en Hallstein is minder goed geworden. Adenauer vindt dat Hallstein onvoldoende tactisch optreedt. Over de plannen van De Gaulle zijn de Italianen en de Belgen ongerust. Na een discussie concludeert De Quay dat duidelijk is geworden dat Duitsland geporteerd blijft voor de supernationale consturcties, zodat de kans bestaat dat Frankrijk geïsoleerd raakt. De Gaulle wil de politieke leiding van de Zes voor zich hebben en denkt aan een derde macht tussen Rusland en Amerika. Van belang is zo snel mogelijk te overleggen met Italië en de Beneluxlanden die Duitsland zouden kunnen steunen in de pogingen tussen de Zes en de Zeven tot een akkoord te komen.