Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2c. Onderhandelingen tussen de EEG en Engeland

De discussie concentreert zich op de vraag wie de onderhandelingen dient te coördineren. De Pous is voor goede coördinatie tussen de departementen en stelt voor Hartogh tot plaatsvervangend voorzitter van de delegatie te maken. Het secretariaat dient in nader overleg tussen de betrokken ministers te worden samengesteld. Verder dient een werkgroep te worden gevormd onder leiding van Hoogwater. De raad stemt hiermee in. Van Houten wijst erop dat de verhouding van Engeland tot het topoverleg van de Zes een politiek vraagstuk is, waarvan de behandeling door Buitenlandse Zaken en niet door de coördinatiecommissie moet geschieden.