Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00180
11-08-1952
Samenvatting
4a. Uniforme diensttijd-regeling in de EDG-landen.
Morgen zal in Parijs een bespreking plaatsvinden over de vraag of en op welk niveau de diensttijd in de West-Europese landen kan worden geüniformeerd. Staf meent dat verlaging van de diensttijd van 20 naar 18 maanden bezwaarlijk is, omdat daarvoor reorganisatie van het legerplan noodzakelijk is en het voldoen aan internationale verplichtingen wordt bemoeilijkt. Hij meent verder dat het moeilijk is om voldoende dienstplichtigen op te kunnen roepen. Zowel Staf als Stikker willen er echter geen halszaak van maken.
De minister-president voelt echter veel voor 18 maanden en herinnert aan zijn waarschuwing tegen een te hoog opvoeren van de materieel- en personeelskosten.
Voorgesteld wordt de instructie op te nemen dat - indien niet anders tot een gemeenschappelijk besluit kan worden gekomen - Nederland kan instemmen met een diensttijd van 18 maanden.