Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S00287
22-11-1954
Samenvatting
10b. Het beleid der Nederlandse regering ten opzichte van de Europese samenwerking (brief minister van Buitenlandse Zaken, 19-11-1954, no. 142015).
Van de Kieft acht de nota-Beyen te pessimistisch gesteld, waarbij vooral het perspectief van samenwerking tussen Duitsland en Frankrijk onplezierig is, terwijl de KSG de enige plaats van supranationale samenwerking zou blijven. Hij meent ook in de KSG nationalistische tendendenties waar te nemen. Hij vraagt of het mogelijk is dat de Benelux-landen een wat positievere houding aannemen.
Beyen erkent de pessimistische toon. Hij wijst op een tendens in Frankrijk in bilaterale richting. Een samenwerking zoals de wapenproductiepool geeft dikwijls aanleiding tot een 'deal' of koehandel. Dit is in strijd met hetgeen tot dusverre in de OEEC gebeurde. Beyen meent dat een initiatief om de KSG uit te breiden gevaarlijk is, omdat de Fransen de neiging hebben juist het karakter vand e KSG aan te tasten,
De raad gaat met de stukken akkoord.
Zie ook