Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Materiële problemen rond de vrijhandelszone.
In mei zullen in Brussel onderhandelingen beginnen in de Interim Commissie over een gemeenschappelijk standpunt m.b.t. de problemen rond de onderhandelingen in Parijs over de vrijhandelszone. Naar de mening van de Coördinatie Commissie zal de Nederlandse stellingname in eerste instantie bepaald worden door tactische overwegingen. In Brussel en Parijs wordt de vorming van een vrijhandelszone globaal genomen op twee manieren benaderd. Voor o.m. de Engelsen is het een regeling, waarbij alle tarieven en restricties in het grootste deel van het goederenverkeer worden afgeschaft. De Engelsen willen de landbouw erbuiten houden. Dit houdt in geen vrijheid van personen-, diensten en kapitaalverkeer. Het alternatieve uitgangspunt vindt dieze opzet onvoldoende en onbevredigend. Naar hun mening is het onaanvaardbaar om tegenover derde landen de economische grenzen af te breken zonder dat tegenover die landen de speciale voorzieningen van het EEG-verdrag worden gerealiseerd. Nederland is voor opname van de landbouw, maar meent ook dat de vrijheid van personen-, diensten- en handelsverkeer nog buiten de vrijhandelszone kan worden gehouden.