S01141
31-03-1954
Actoren
memorandum met bijlage(n)
Samenvatting
Aanloopperiode EDG.
Lewe van Aduard stuurt Beyen een nota toe, die het resultaat is van besprekingen in de werkgroep ad hoc.
Uitgangspunt is dat het geboden is dat in Nederland het nationale administratieve apparaat gedurende een zekere aanloopperiode een groot deel van de taken, die in het verdrag aan het Commissariaat zijn opgedragen, blijft uitvoeren. Met het inwerkingtreden van de EDG zullen deze overgaan naar de Gemeenschap. Een opzet, waarbij de verantwoordelijkheid nog enige tijd niet overgaat, is in strijd met het verdrag. Indien men ervan uit gaat dat de verantwoordelijkheid van meet af aan bij de Gemeenschap ligt, dan rijst de vraag, of het Commissariaat die taken, welke het nog niet onmiddellijk kan uitoefenen, moet overdragen aan de nationale regeringen of dat deze taken rechtstreeks aan de diensten, die deze taken nu onder verantwoordelijkheid aan de minister van Oorlog vervullen, daarmee te belasten. Delegeren aan een regering of een bepaalde nationale minister wordt minder aantrekkelijk geacht. Daarom wordt de voorkeur gegeven om bepaalde nationale diensten te belasten met de uitvoering van deze taken.
Het tweede deel van de nota gaat over de samenstelling van de eerste gemeenschappelijke begroting.
Lewe van Aduard stuurt Beyen een nota toe, die het resultaat is van besprekingen in de werkgroep ad hoc.
Uitgangspunt is dat het geboden is dat in Nederland het nationale administratieve apparaat gedurende een zekere aanloopperiode een groot deel van de taken, die in het verdrag aan het Commissariaat zijn opgedragen, blijft uitvoeren. Met het inwerkingtreden van de EDG zullen deze overgaan naar de Gemeenschap. Een opzet, waarbij de verantwoordelijkheid nog enige tijd niet overgaat, is in strijd met het verdrag. Indien men ervan uit gaat dat de verantwoordelijkheid van meet af aan bij de Gemeenschap ligt, dan rijst de vraag, of het Commissariaat die taken, welke het nog niet onmiddellijk kan uitoefenen, moet overdragen aan de nationale regeringen of dat deze taken rechtstreeks aan de diensten, die deze taken nu onder verantwoordelijkheid aan de minister van Oorlog vervullen, daarmee te belasten. Delegeren aan een regering of een bepaalde nationale minister wordt minder aantrekkelijk geacht. Daarom wordt de voorkeur gegeven om bepaalde nationale diensten te belasten met de uitvoering van deze taken.
Het tweede deel van de nota gaat over de samenstelling van de eerste gemeenschappelijke begroting.