Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01165
04-06-1956
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1098. De verdere gang van zaken in Brussel.
Kymmell stelt in dit (ook door Beyen gelezen) memo de inrichting van de onderhandelingen aan de orde: opsplitsing in commissies en subcommissies, de voorzitterschappen. Voorts is het de vraag hoe enkele specifieke problemen moeten worden opgelost, nl. a) de kwestie van de termijnen, b) de wijze van inschakeling van de overzeese gebieden, c) het militaire gebruik van kernenergie bij Euratom, d) de kestie van het monopolie bij een situatie van schaarste in Euratom, e) de eventuele opzet van het verdrag voor de gemeenschappelijke markt en de samenhang daarvan met het Euratom-verdrag. Voor b en c zou volgens afspraak een speciale ministersconferentie moeten komen. De vraag is wanneer dit zou moeten gebeuren.
Verder is er de verhouding tot de derde landen. Hoe moeten de verschillende internationale organisaties in Europa worden ingelicht.
Aan het eind stelt Kymmell de organisatie in Den Haag aan de orde. Buitenlandse Zaken zal de zaak coördineren. Een vraag is wie er in de coördinatie-commissie zitting moeten nemen.