Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01260
23-06-1958
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
Aantekening voor REA: 'Recente ontwikkelingen met betrekking tot de EEG en de VHZ."
Reeds in april moest worden vastgesteld dagt de besprekingen in acute moeilijkheden zijn gekomen door het Franse memorandum van eind febr. 1958; hierin werden de hoofdpunten van de oplossing die tot dusverre was nagestreefd principieel aangetast. Sindsdien is het overleg nog verder in een impasse geraakt door de Franse kabinetscrisis en de onzekerheid over de houding van de regering-De Gaulle inzake Europese economische samenwerking. E.e.a. heeft onrust veroorzaakt bij enkele OEES-partners die geen lid zijn van de EEG.
In de nota wordt dieper ingegaan op de Franse positie, de houding van de Europese Commissie en de standpunten van de zes over de vrijhandelszone.
De nota stelt dat Nederland zich met kracht moet blijven inzetten voor completering van de EEG met de vrijhandelszone. Nu deze zone nog geen feit is, moet er een voorlopige oplossing komen in de vorm van een kaderverdrag. Behalve aandacht voor de moeilijkheden met Frankrijk moeten ook belangrijke concessies van Engeland en sommige andere landen verkregen worden.