Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01569
06-09-1962
Samenvatting
Nota inzake de Raadszitting van de EEG op 27 september a.s. over vervoersvraagstukken.
Inzake het Gemeenschappelijk Vervoerbeleid is nog geen enkel zicht op een compromis. De tegenstellingen verharden zich juist. Voor de Nederlandse gedragslijn geldt nog dat allereerst gestreefd moet worden naar het veilig stellen van essentiƫle Nederlandse belangen die bij het vervoersbeleid in de EEG zijn betrokken. Deze zijn: a) handhaving van een zo groot mogelijke vrijheid van de Rijnvaart, b) op het gebied van het wegvervoer moet Nederland streven naar volledige vrijheid van transito, z.s.m. verruiming van de bestaande bilaterale contingenten en volledige vrijheid van eigen vervoer, c) Nederland zou voor het goederenvervoer over de weg een margetarifering onder zekere voorwaarden kunnen aanvaarden, d) er moet tevens meer aandacht worden gegeven dan in het actieprogramma is gebeurd aan de verbetering van de rentabiliteit van de verschillende spoorwegbedrijven, zonder dat dit punt centraal wordt gesteld.
Tegenover de Nederlandse bereidheid om op het punt van de tarifering in het goederenvervoer over de weg een concessie te doen zal de bereidheid van Frankrijk en Duitsland moeten staan om in deze sector een effectieve liberalisatie te verwezenlijken.