Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01603
10-07-1968
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 10 juli 1968.
1) Verlenging en vernieuwing van de associatie met de Afrikaanse landen. Besprak dit a.d.h.v. een nota van EZ. Conclusies: Voortzetting associatie met 5 jaar, gelijke behandeling tussen EAMA enerzijds en Nigeria en Oost-Afrikaanse landen anderzijds, herbevestiging intentieverklaring 1963, vermijden schadelijke aspecten associatie met het oog op Tweede Wereldhandelsconferentie.
De C.C. kon zich met de nota verenigen en achtte deze een goed uitgangspunt voor de onderhandelingen in Brussel. Ook de mogelijkheid van associatie van Indonesië en Maleisië werd besproken.
Verder over vervanging reverse preferences door mondiaal preferentiesysteem.
2) Franse maatregelen dd. 1 juli 1968 en raadszitting van 16-7-1968. Geconcludeerd werd dat Nederland niet moet aarzelen zijn bezwaren tegen de Franse maatregelen ter beperking import en stimulering export kenbaar te maken. Vrijwaringsmaatregelen dienen slechts op zeer beperkte schaal te worden toegestaan.
3) Associatie EEG-Marokko/Tunesië. Nederland kan er nu mee akkoord gaan dat Frankrijk een bepaalde voorkeurspositie op de Tunesische en Marokkaanse markt kan behouden, die gunstiger is dan die van andere lidstaten en met wijziging van het standpunt t.o.v. het Marokkoprotocol.
4) De meerderheid van de CC is positief over modernisering van het Europees Sociaal Fonds. De activiteiten van het fonds zouden niet te kostbaar moeten worden.