Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01707
29-12-1962
Actoren
Memorandum
Samenvatting
113/62. Luns had een onderhoud met de Franse ambassadeur.
Graaf de Crouy-Chanel meende dat het perspectief voor Europa het komende jaar niet ongunstig is. De Gaulle, die eerder negatief was over Britse toetreding, zou nu overtuigd zijn van het nut van Engeland's lidmaatschap. Anderzijds zou Engeland meer overtuigd zijn van noodzaak van aansluiting bij Europa. Luns verklaarde echter dat de onderhandelingen in Brussel zich in een kritiek stadium zijn gekomen en riskeren geheel te mislukken. De starre Franse houding heeft het bereiken van een akkoord tot dusverre verhinderd en aanwijzingen, dat Engeland inzake de landbouwkwestie bakzeil zal halen, zijn niet waarschijnlijk. Bovendien zou dit kunnen leiden tot afwijzing van het toetredingsakkoord door het Britse parlement.
Verder gaf Luns uitleg over de beweegredenen voor het Nederlandse verzet tegen een politieke unie van de zes. Het is niet alleen de vrees overheerst te worden door de as Bonn-Parijs, maar ook de overtuiging, dat een straf geïntegreerde en centraal geleide politieke unie van de landen van de EEG noch politiek, noch militair voldoende krachtig zal zijn om in staat te zijn als gelijkwaardige partner van Amerika te kunnen optreden. De Nederlandse regering is op het ogenblik somber en pessimistisch t.a.v. verdere Europese eenwording. De sleutel is politiek en ligt nog steeds te Londen en Parijs.
De ambassadeur suggereerde verder nog een ontmoeting van Luns met De Gaulle.
Zie ook