Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01834
05-10-1964
Samenvatting
908/64. Versnellingsvoorstel Europese Commissie.
Italianer geeft een eerste schets van den mogelijke benadering voor de discussie in de EEG-Raad van 12 en 13 okt. Na gesteld te hebben dat de EEG in zijn huidige vorm reeds een begin is van een 'politieke unie op economisch en sociaal gebied' volgen in het voorstel verwarde passages die beogen steun te verlenen aan een 'politieke' politieke unie.
Geheel op zichzelf beschouwd is er wel iets voor te zeggen om nu maar de resterende douanetarieven binnen de Gemeenschap snel op te ruimen. Echter, er is geen bijzondere aanleiding om een dergelijk besluit nu en niet over een jaar, te nemen. Er is geen reden om aan te nemen dat het economisch momentum in de EEG zonder deze versnelling opeens zou verminderen. Daarom treden andere overwegingen sterker op de voorgrond. 1) De versnelling heeft het nadeel dat de derde aanpassing van het buitentarief aanzienlijk wordt vervroegd. Deze aanpassing is ook groter dan de vorige. De sprong naar boven is voor Nederland dus groot. 2) Gevreesd moet worden dat de EEG opnieuw zijn toevlucht zal nemen tot middernachtelijke package deals. Daarbij zal Nederland ongetwijfeld op moeilijke punten de vragende partij zijn. 3) Een soortgelijk argument geldt voor de politieke unie. Enthousiasme voor de versnelling zou voor Frankrijk aanleiding kunnen zijn om de politieke unie eraan te koppelen. 4) Deze versnelling heeft, anders dan de vorige, enkel betrekking op de douaneunie. 5) Bij de vorige versnellingen heeft Nederland steeds geïnsiteerd op een deelname van de landbouw. Hieraan wordt nu op redelijke wijze tegemoet gekomen. Conclusie is dat de argumenten voldoende krachtig zijn om vooralsnog een terughoudend oordeel te geven.