Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01906
02-01-1968
Actoren
Brief en nota
Samenvatting
Richtlijnen voor Nederland voor het optreden in de Europese Gemeenschappen.
In de zitting van 18 en 19 dec. 1967 bleek, dat vijf lidstaten onmiddellijke opening van onderhandeling wensen met het oog op toetreding van het VK, Denemarken. Ierland en Noorwegen, maar dat volgens Frankrijk eerst het saneringsproces van de Britse economie moet zijn voltooid. Hiermee is een Frans veto tegen de Britse toetreding uitgesproken.
Het Nederlandse beleid t.a.v. Europese eenwording zou nu gebaseerd moeten zijn op de volgende uitgangspunten: 1) Toetredingsaanvragen blijven op de agenda van de Raad staan en kunnen elk moment weer ter sprake worden gebracht. 2) De Europese Gemeenschappen kunnen voorshands niet gezien worden als de belichaming van het ideaal van een verenigd Europa. Niettemin zou het beleid erop gericht moeten zijn om de Gemeenschappen tot het fundament van dat verenigd Europa te maken. 3) Gezocht moet worden naar mogelijkheden om het Verenigd Koninkrijk en de overige kandidaat-leden zo nauw mogelijk bij het eenwordingsproces te betrekken.
Op basis hiervan bevat de nota een aantal richtlijnen.