Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Advies m.b.t. de in het najaar van 1972 te houden conferentie van staats- en regeringhoofden van de tot tien landen uit te breiden EEG.
1. Van het middel van het houden van topconferenties moet spaarzaam gebruik worden gemaakt. De gerezen handelspolitieke en monetaire problemen rechtvaardigen het houden van zo'n conferentie.
2. Er moet worden toegezien dat de instellingen van de EG hun toegekende plaats behouden en dat de topconferentie het besluitvormingsproces niet uitholt. De verbreding van het werkterrein van de EG moet verder gepaard gaan met voldoende institutionele voorzieningen.
3. Aan het ontworpen schema voor de realisering van de EMU moet worden vastgehouden. Monetaire integratie moet gepaard gaan met voldoende economische convergentie van de economische ontwikkeling in de lidstaten. Deze coördinatie moet uiteindelijk leiden tot geleidelijke overdracht van nationale bevoegdheden. Als voorloper van de EMU is de instelling van een Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking van wezenlijke betekenis.
4. Gestreefd moet worden naar voltooiing van de EEG-handelspolitiek en een communautair OS-beleid.