Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Coördinatiecommissie, 14 dec. 1967.
1. Voorbereiding EEG-Raad van 18 en 19 dec.
De Koster heeft een nota gericht aan de REZ met de mogelijkheden tot samenwerking met het VK. Hartogh merkt op dat een samengaan met het VK een maximaal effect zal sorteren, indien de vijf daaran meedoen. Deze samenwerking is ook mogelijk met vier landen of met de Benelux. Een quasi-toetredingsverdrag met het VK is alleen mogelijk als de vijf landen daaraan deelnemen.
Ook de tweede suggestie, een algemene consultatieverplichting inzake economisch beleid is ook alleen mogelijk bij deelname van de vijf. In ieder geval dient Duitsland mee te doen. Hetzelfde geldt voor consultatieverplichting t.a.v. optreden in een internationale organisatie en andere suggesties.
Hoogwater hoopt dat de ministerraad tot een duidelijke uitspraak zal komen dat na het Franse veto uitsluitend nationale belangen in de EEG in overweging genomen moeten worden. Franke merkt op dat deze uitspraak weinig nieuws zal brengen daar men in wezen altijd handelt volgens het nationale eigenbelang. Het gaat er slechts om of men dit eigenbelang breed of smal wil zien en op lange of korte termijn.