Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02184
20-05-1966
Samenvatting
548. Behandeling fusieverdrag in de begrotingscommissie Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer op 23 mei.
1) De politieke implicaties van de goedkeuring. De bepaling van het tijdstip van bekrachtiging behoort tot het besturen van buitenlandse betrekkingen. Uitstel van behandeling (in de Eerste Kamer) tot het tijdstip, waarop de toestand t.a.v. de EG de deponering van de acte van bekrachtiging wenselijk doet zijn, impliceert dat die deponering niet dàn, maar enkele weken later kan geschieden. De regeringen van alle landen zijn erover eens dat deponering dient plaats te vinden alvorens overeenstemming is bereikt over de nieuwe Commissie.
2) De benoeming van de Commissie draait geheel rond de vraag wie voorzitter wordt.
3) Roulering van voorzitterschap en vice-voorzitterschappen van de Commissie over de nationaliteiten. In beginsel zal het voorzitterschap om de twee jaar wisselen, maar eenmalige verlenging met twee jaar is niet uitgesloten. Het principe van roulering was al in 1958 vastgelegd.
4) Over de financiële consequenties van de fusie en verplaatsing van ambtenaren tussen Brussel en Luxemburg bestaat nog geen duidelijkheid.