Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4d. Voorbereiding EEG-Raad over de economische en monetaire unie.
Witteveen herinnert eraan dat Frankrijk bij de vorige bespreking van her rapport-Werner op 14 dec. vrijwel alleen stond. De situatie is nu gewijzigd door het bezoek van Brandt aan Parijs. Pompidou heeft te verstaan gegeven dat Frankrijk elke vorm van supranationaliteit afwijst en niet bereid is het Europese Parlement grotere bevoegdheden te geven. Brandt zou ermee hebben ingestemd dat in dit stadium weinig of geen afspraken zullen worden gemaakt over de verdere fasen en eindfase van de EMU. Luns vreest dat komende week in Brussel de rollen zullen zijn omgedraaid en Nederland in een geïsoleerde positie komt te staan. Luns pleitte ervoor inzake de monetaire samenwerking geen concessies te doen, voordat Frankrijk zich duidelijk over de Britse toetreding had uitgesproken. Witteveen twijfelt echter of Nederland in deze een troefkaart heeft, omdat de Franse interesse in de EMU waarschijnlijk minder groot is dan aanvankelijk werd aangenomen. Spreker wil de koppeling tussen EMU en toetreding daarom niet leggen.
Udink stelt dat de belangrijkste uitgangspunten van de Nederlandse EEG-politiek zijn de uitbreiding en verdieping, maar dan op basis van supranationaliteit. Beide lopen gevaar, wanneer men Frankrijk terzake van de EMU te vergaande concessies zou doen.
Besloten wordt de Nederlandse delegatie te machtigen naar bevind van zaken te handelen.
Zie ook